© ELLEN VAN DEN BOUWHUYSEN

Mijn klik naar een hoorapparaat

Het was niet van de ene dag op de andere dat ik minder goed hoorde. Het ging zo traag dat ik er lang geen erg in had. Tot een gehoortest bij de arts mijn vermoeden bevestigde: ik was écht aan een hoorapparaat toe. Daar ben ik toch veel te jong voor, schoot door mijn hoofd.

Ik versta de mensen niet meer maar blijf doen alsof

De laatste tijd krijg ik er steeds meer last van. De radio en televisie zet ik steevast luider en in vergaderingen mis ik plots nuttige informatie. Het gebeurt ook dat ik de huisbel niet hoor of mijn gsm. En ik schrok wel heel erg die keer dat iedereen naar buiten stormde toen het brandalarm afging en ik me van geen kwaad bewust was.

Maar het niet verstaan van mensen vind ik veruit het meest vervelende. Ik moet vaak opnieuw vragen waar het over gaat. Tot ik niet meer durf en maar doe alsof ik het begrepen heb. Soms lach ik halfslachtig mee om een grapje en wanneer iemand me iets toefluistert, hoor ik vaak niet meer dan wat gesis. Wanneer mensen stiller praten over gevoelens of delicate zaken, vind ik een herhaald wablief wel erg ongepast. Nu ik ook niet meer kan genieten van een theatervoorstelling omdat flarden tekst aan me voorbijgaan en ik op feestjes aan de afwas ga staan omdat ik de gesprekken niet meer kan volgen, besef ik dat het zo niet langer kan.

Toen ik op feestjes aan de afwas ging staan omdat ik de gesprekken niet meer kon volgen, wist ik dat het zo niet verder kon.

Maar het zijn mijn kinderen die me over de streep hebben getrokken. Ze maakten zich zorgen, vertelden ze. Mijn vriend daarentegen probeert de zaak tegen te houden. Dat ik me dat allemaal inbeeldde! Dat ik toch nog veel te jong was voor een gehoorapparaat! Ik begrijp het niet. Hij merkt toch ook dat ik soms rare antwoorden geef die helemaal niets met zijn vraag te maken hebben? Maar hij associeert een hoorapparaat met ouder worden.

Ik ben geen uitzondering, zegt de dokter

De test bij de NKO- arts laat er geen twijfel over bestaan. Uitstellen is geen optie. “Als je te lang wacht met een hoorapparaat, zal het minder helpen”, verduidelijkt de arts. “Als je een tijd minder goed hoort, worden je hersenen minder geprikkeld om geluid op te vangen en gaat die functie achteruit”. Maar ik ben 63 en voel me nog te jong voor een hoorapparaat! Ik ken niemand in mijn omgeving die er een draagt. Zelfs mijn moeder niet! En als ik haar mag geloven, hoort ze nog als een jong meisje! “Je bent geen uitzondering”, sust de dokter. “Volgens een Amerikaans onderzoek heeft 25% van de mensen tussen 55 en 64 jaar gehoorverlies maar slechts 10 tot 20% van die slechthorenden zoekt hulp. Dat is jammer, want slecht horen kan een negatieve invloed hebben op je job, je sociale leven, en kan zelfs leiden tot depressie.”

Mijn klik naar een hoorapparaat
© ELLEN VAN DEN BOUWHUYSEN

Wanneer ik buiten stap heb ik een goed gevoel. Ik begin alvast te wennen aan het idee dat ik binnenkort een gehoorapparaat draag. Maar de dagen nadien duiken er weer vragen op. Ik ben bang dat alles dan luider zal klinken of dat mijn oor opgepropt zal voelen en wat met mijn bril? Zal dat apparaatje daar wel achter passen?

Ik kies een hoorapparaat aaangepast aan mijn situatie

Met de verwijsbrief van de dokter, stap ik enkele weken later het hoorcentrum binnen. Ik zie kleine, discrete designapparaatjes. De audiologe legt me uit dat er een verschil is in kwaliteit. Er is het basisgamma, maar ik kan ook kiezen voor comfort, premium en zelfs topklasse. “Het verschil zit hem in de mate waarin de verschillende frequenties kunnen worden aangepast. Het topgamma klinkt veel natuurlijker dan het basisgamma, waar de geluiden soms wat metalig klinken. Bij een basisapparaat wordt alles versterkt. Duurdere apparaten maken het onderscheid tussen lawaai en spraak, waardoor je in moeilijkere geluidssituaties de dingen beter verstaat.”

Ik besluit simpelweg dat het duurste het beste is. Toch blijkt dit niet helemaal juist. “Je moet je eigen situatie bekijken”, zegt de audiologe. “Je moet een keuze maken op basis van je mogelijkheden, de geluidssituaties waarin je overdag terechtkomt en je eigen verwachtingen.” Maar ik twijfel niet en ga toch voor het duurste. Mijn gehoor is het waard, vind ik.

Plots hoor ik alles heel luid, ook mijn eigen stem

Een week later is het zover. Ik heb een afspraak om de toestelletjes in mijn oren te testen. Licht nerveus maar vooral erg nieuwsgierig stap ik binnen. Hoe zal het voelen, is de vraag die me al wekenlang in de ban houdt. En hoe goed zal ik horen? We doen een gehoortest. Dezelfde als bij de arts, maar dan met kleine luidsprekertjes in de gehoorgang. De computer past de toestelletjes aan mijn gehoorverlies aan. De frequenties die het felst zijn gedaald, zullen door het hoorapparaat het meest worden versterkt, de frequenties die minder zijn gedaald, worden niet of minder versterkt. De audiologe vraagt me ook om nauwgezet al mijn opmerkingen bij te houden. Wat klinkt er te luid, wat is te weinig verstaanbaar of vervelend... week na week zal ze mijn gehoorapparaat bijstellen tot het helemaal goed zit.

Ik, een hoorapparaat nodig? Zelfs mijn moeder draagt er nog geen!

Ze legt me ook uit hoe ik de batterijen moet inbrengen, piepkleine dingen die een tiental dagen meegaan. Wanneer ze leeg zijn, hoor ik een deuntje. Er zijn alternatieven, zegt ze, wanneer ik een zekere weerstand toon. Er bestaan herlaadbare toestellen, maar die zijn dikker. Dat is geen optie voor mij. Ik ga overstag. Als de batterij het enige minpunt is, dan neem ik dat er graag bij.

De audiologe leert me ook om het kleine oorstukje tot diep in mijn gehoorgang in te brengen. Na wat gepriegel lukt het me. Het oorstukje is nu via een draadje verbonden met het apparaat achter mijn oor, waar het microfoontje zit, de versterkerchip en de batterijtjes. Alles zit nu op zijn plaats. De audiologe praat tegen me. Ik schrik en trek me wat achteruit. Ze glimlacht en zet het geluid ietsje zachter. Ze zal nu week na week de sterkte geleidelijk aan opvoeren. Ik hoor nu ook plots mijn eigen stem in mijn hoofd. “Sommige mensen blijven er een week last van hebben, voor andere duurt het langer”, weet de audiologe.

Na weken bijregelen klinkt mijn hoorpparaat perfect

Ik loop op straat en hoor nu plots zoveel meer, zelfs pratende voorbijgangers en vogelgeluiden. Tot voor kort hoorde ik enkel nog de meeuwen schreeuwen.

Ik ga naar mijn werk. Zullen ze zien dat ik gehoorapparaatjes achter mijn oren heb? Ik draag mijn haar altijd kortgeknipt en ben niet van plan om dat te veranderen. Ik wil die apparaatjes met stijl dragen, maar ze moeten nu ook niet al te veel opvallen! Ik flaneer langs de bureaus, ga bij enkele collega’s langs. Niemand heeft wat in de gaten. Zelfs wanneer ik aan een paar van hen vraag of ze niets merken, duurt het een tijd voor ze het zien. Het kleine draadje lijkt op een strengetje haar.

Het voelt goed, hun stemmen klinken helder en helemaal niet te luid. Alleen die galm van mijn eigen stem is het enige wat me stoort. Dat er iets in en achter mijn oren zit, merk ik al niet meer.

Hoe bijzonder ook om nu al die extra geluiden op te vangen: mijn zolen die knerpen op het parket, het toetsenbord van mijn pc, het geratel van de printer... Het geluid van bestek op een bord en een lepel in een pan klinken scherper maar het went. Intussen hoor ik mijn stem al niet meer resoneren wanneer ik praat.

Na het eten zet mijn man de televisie op de geluidssterkte die ik voordien wilde. Ik schrik me rot. Hij heeft zich dus al die tijd aan dat geluid moeten aanpassen!

Een week later keer ik terug naar de audiologe. Ze zet de versterking nu iets hoger, wat perfect aanvoelt. En ze regelt iets aan de ruis in mijn oren wanneer het flink waait. Dat was het enige wat me nog echt stoorde. “Een typisch probleem van mensen die aan de kust wonen.” Zo regelt ze week na week weer een tikje bij. De laatste keer stond de versterking te luid. Terug dus naar de vorige. En dan voel ik het meteen: dit is perfect, nu wil ik niet meer dat eraan gesleuteld wordt. Het zit gewoon goed.

Achter of in je oor?

Niet alleen de kwaliteit verschilt, ook de manier waarop hoorapparaten functioneren. Je hebt de apparaten waarbij de micro, de versterker en de batterijtjes achter je oor worden aangebracht en waarbij het geluid via een plastic slangetje naar een oorstukje in je gehoorgang wordt geleid. Dat oorstukje is voorzien van piepkleine luchtgaatjes om je gehoorgang te verluchten. Zonder zou je oor onaangenaam opgestopt voelen en zou je meer last hebben van resonantie van je eigen stem in je hoofd.

En dan zijn er de hoorapparaten met alles erop en eraan die in je gehoorgang worden aangebracht. Ze zijn kleiner, minder zichtbaar maar door hun beperkte omvang ook technisch minder performant en bovendien niet geschikt voor elke soort gehoorverlies. Ze zijn ook gevoeliger voor beschadiging door oorsmeer, vocht en stof. En omdat ze de gehoorgang helemaal afsluiten heb je meer kans op eczeem of een oorontsteking.

Partner Content