© Getty Images/iStockphoto

Slim verlichten, beter zien

Met deze 10 tips om aangepaste verlichting op de juiste plek te plaatsen, kan je gezichtsvermogen sprongen vooruit maken.

Onze behoefte aan licht verschilt naargelang de activiteit die we uitvoeren, de ruimte waarin we ons bevinden en de sterkte van onze ogen. Wie over een normaal gezichtsvermogen beschikt, heeft nood aan 100 tot 200 lux (dat is de hoeveelheid licht die er op een oppervlakte valt). Wie slechter ziet, heeft drie keer zoveel lux nodig om dezelfde taken – lezen, schrijven, koken – te kunnen uitvoeren. Daarnaast speelt ook de leeftijd een ‘glansrol’.

“Vanaf 50 jaar stijgt bij iedereen de lichtbehoefte. Een zestiger zonder grote visuele problemen heeft al tweemaal zoveel lux nodig om te schrijven of te klussen. Vanaf die leeftijd doe je er daarom goed aan de verlichting in huis te evalueren en zo nodig bij te sturen”, menen Christine Beausaert en Ronald Vrydag van de Brailleliga. Wij verkenden het splinternieuwe lichtlab van de Brailleliga waar allerlei types verlichting kunnen worden getest op die plekken waar ze nodig zijn: de keuken, de woonkamer, een werkruimte.

Persoonlijke comfortzone

“Hoe je licht ervaart en beleeft, is individueel verschillend. De ene houdt van warm licht, de andere verkiest een koudere uitvoering. Wat de ene aangenaam vindt, verblindt de andere. Kortom: het juiste licht kiezen is maatwerk. Ook bij specifieke visuele problemen zoals tunnelzicht of troebel zicht kunnen gerichte lichtoplossingen toch een aantal activiteiten mogelijk maken”, weet Ronald Vrydag.

Tijdens een onderzoek in het lichtlab ervaren we zelf hoe groot de impact is van de lichtsterkte maar ook van contrasten en kleuren op de werking van onze ogen. De lichtspecialiste peilt naar de lichtzone waarin we ons het comfortabelst voelen. Daarvoor wordt het lab eerst volledig verduisterd. Een voor een floepen er vlakke plafondlampen aan waarvan de lichtsterkte langzaamaan vergroot. Onze ogen passen zich aan maar we kunnen niet veel ontwaren. De voorwerpen die her en der verspreid liggen, tekenen zich bij elke nieuwe dosis licht scherper af.

Dat gaat zo maar door tot we in een oogopslag de hele kamer kunnen vatten. Op dat moment hebben we onze comfortzone bereikt of de hoeveelheid licht waarbij we het meeste zien en waarbij we ons ook goed voelen. Want als de lichtsterkste nadien nog toeneemt, verandert comfort in irritatie. “Zo bakenen we de lichtgrenzen af van je persoonlijke comfortzone. In combinatie met je contrastgevoeligheid geeft dat een goede indicatie, waarmee we dan op zoek kunnen naar de meest geschikte verlichting voor elke activiteit.”

10 slimme verlichtingstips...

...voor de keuken

1. Voorraadkasten: breng bovenaan in de kast ingebouwde lampen aan. Vervang donkere houten planken door glazen of doorschijnende leggers. Op die manier bereikt het licht de hele kast. Ook lage kasten, waar schoonmaakproducten worden opgeborgen, kunnen van binnenuit worden verlicht zodat je alles ziet staan.

2. Kies voor verschillende lichtpunten: plafondlicht als algemene verlichting, indirecte wandverlichting die niet in je ogen schijnt boven het werkblad, gerichte detailverlichting zoals spots boven het fornuis die recht in je kookpot schijnen.

3. Stopcontacten en schakelaars: kies voor tweekleurige aansluitingen. Dat kost evenveel en ze vallen meer op.

...voor de woonkamer

4. Kies voor dimbare lampen zodat je het licht kan aanpassen aan de activiteit of persoon.

5. Kasten: een witte binnenbekleding verhoogt de zichtbaarheid.

6. Plafondlampen: probeer verschillende types lampen uit je comfortzone uit om na te gaan waar je je goed bij voelt. Diffuser, gerichter, indirect licht? Staat je leesstoel onder een plafondlamp, kies dan voor indirect licht of een lamp die naar boven schijnt. Sterk indirect licht kan perfect een hele ruimte oplichten.

7. Vermijd armaturen met kleine lampjes die alle kanten opschijnen. Wie minder goed ziet, zal enkel witte vlekken ontwaren.

8. Smalle hanglampen zijn sfeervol maar verlichten vaak slechts een heel klein oppervlak. Hoeken en grotere ruimten blijven dan zonder licht.

9. Tafel: een wit bord op een donkere onderlegger op een lichte tafel zie je in een oogopslag (zie tekening hiernaast).

...voor de werkruimte

10. Bureau: plaats naast je computer een ledlamp waarvan je het kleurenschema en de lichtsterkte kan aanpassen naargelang je wil lezen, schrijven, typen... Ledlampen – en binnenkort ook oledlampen – zijn de lichtbronnen van de toekomst. Zij hebben het grote voordeel dat hun kleur en lichtsterkte kan worden aangepast en dat ze bovendien energiezuinig zijn.

Kleur bekennen

Ga voor lichtere tinten. De kleur waarin je je muren verft of behangt, is erg bepalend voor de hoeveelheid licht in de kamer. “Een ruimte met een muur in donkere kleuren zal een veel lagere hoeveelheid lux (tot 200 lux) hebben dan wanneer je diezelfde muur in een lichtere tint steekt. Dat geldt evenzeer voor donkere vloeren. Ongeacht de verlichting die je in deze ruimte aanbrengt, de hoeveelheid licht blijft altijd lager in een donkerkleurig decor.”

Kies voor contrasten. Een lichtbeige kast tegen een pastelkleurige muur valt amper op. Om de zichtbaarheid te verhogen, werk je beter met contrastkleuren. Heb je een witte muur? Dan lees je sneller het uur af op een donkere klok met witte wijzers.

Licht op de toekomst

Lichtsystemen ontwikkelen in sneltempo nieuwe mogelijkheden. Vandaag kan je ledverlichtingsbronnen al bedienen via je smartphone, het plafondlicht laten knipperen wanneer een e-mail of Facebookbericht binnenloopt of je lichten als barometer inzetten. Begint het buiten te regenen, dan verandert het licht in lichtblauw, schijnt de zon, dan wordt het wat roder binnen. En dit is nog maar een begin.

Partner Content