© G.F.

Luisteren naar tienerzorgen

Een vraag, een verhaal, een gevoel. Kinderen en tieners bellen en chatten met de meest uiteenlopende zorgen naar Awel. Om al die vragen de nodige aandacht te geven is de organisatie op zoek naar vers bloed. Vrijwilligers met een hart voor jongeren en talent om te luisteren.

Awel, de vroegere Kindertelefoon is een gratis hulplijn voor jongeren. De organisatie draait volledig op vrijwilligers die verspreid over Vlaanderen en Brussel alle dagen oproepen van het jonge volkje beantwoorden. Gerd Van Bueren (55) en Arianne Kersten (65) luisterden en chatten jarenlang met jongeren. Zij vertellen hoe het er aan de andere kant van de lijn aan toe gaat.

Gerd: “Ik was op zoek naar een maatschappelijk zinvol engagement en ik heb iets gevonden dat op mijn lijf geschreven was. Ik heb het echt heel graag gedaan.”

Arianne: “Mijn eigen kinderen werden wat groter en ik wilde zeer graag iets met kinderen doen. Ik kom uit het onderwijs en vond het erg leuk om toch met jonge mensen betrokken te blijven. Ik wist helemaal niet wat me te wachten stond. Maar het sprak me enorm aan en ik heb er nog geen dag spijt van gehad.”

Wisten jullie altijd wat te antwoorden of hoe te reageren?

Gerd: “Neem nu een meisje van veertien belt en zegt dat ze verliefd is op haar leraar van 37 jaar. Wat moet je dan doen? Niet oordelen of veroordelen. In de opleiding hebben we dat meegekregen. Langs de andere kant probeer je even mee te gaan in dat gevoel van verliefdheid.”

Arianne: “Daar bestaan richtlijnen voor. Er zijn kinderen die mailen, chatten, op het forum gaan en bellen over hetzelfde probleem. We moeten ons op dezelfde lijn houden, volgens de ‘reglementen’ van Awel.”

Wat is zo’n richtlijn?

Arianne: “Zelfredzaamheid bijvoorbeeld. Als kinderen of jongeren met bepaalde problemen zitten, dan geven wij de oplossing niet rechtstreeks op hun bord. We proberen ze aan te zetten om zelf na te denken, zelf initiatieven te ontplooien.”

Gerd: “Samen met hen bedenken hoe ze het probleem nog kunnen aanpakken of vragen wat ze al gedaan hebben.”

Arianne: “Simpel voorbeeld: er wordt een verjaardagsfeestje gegeven en ze weten zelf niet precies hoe ze dat moeten aanpakken. Dan mag je natuurlijk wel met tips komen.”

Gerd: “Ik heb eens een kind gehad dat voor haar huistaak een recept moest opschrijven maar thuis geen computer had. Het bleek een Senegalees meisje te zijn. Haar mama wou haar wel helpen maar wist niet hoe ze een recept moest uitleggen. En dat kind was toch op het idee gekomen om naar ons te bellen. Het is heel prettig om op die manier te kunnen helpen.”

Wat mag je absoluut niet doen?

Arianne: “Veroordelen, nooit een oordeel vellen.”

Gerd: “Er was ook eens een kind dat in de klas problemen had met Marokkaanse jongens. Dat kan soms moeilijk zijn. Maar ze begon nogal beledigend te praten. Dan heb ik wel gevraagd om de scheldwoorden achterwege te laten en voor de rest over het probleem te praten. Af en toe mag je de grens stellen en er niet in meegaan.”

Arianne: “Het fijne is natuurlijk dat je maandelijks bijeenkomt voor de vergaderingen van de afdeling. Als er problemen zijn, zoals dit bijvoorbeeld, kan je dat in groep bespreken. Het is erg plezant om daar in groep over te praten. Je komt altijd wel tot een conclusie. Heel ernstige discriminatie, daar houden we geen van allen van.”

Gerd: “Aan de telefoon kreeg ik bijvoorbeeld ook vragen van jonge meisjes die onveilig gevrijd hadden of die abortus wilden. Dan moet je de informatie geven die ze vragen. Vooral niet je eigen mening opdringen, dat mag absoluut niet.”

Arianne: “Dat kan best wel eens moeilijk zijn. Soms ga je daarmee naar huis. Heb ik wel een goed antwoord gegeven? Had ik misschien toch wat directer moeten zijn? Maar gelukkig heb je dan je collega’s die je kan bellen of een mailtje sturen. Sinds jaren hebben we ook een registratieprogramma waarin zij kunnen zien wat je hebt geantwoord. En een antwoord gaat nooit de deur uit voordat een ander het heeft nagelezen en feedback heeft gegeven. Je hebt echt veel hulp en steun aan je collega’s. Dat is ook het leuke van het werk.”

Awel beantwoordt jaarlijks meer dan 25.000 oproepen van kinderen en jongeren via telefoon, e-mail, chat of forum. Als vrijwilliger luister jij naar die vele vragen en verhalen. Je denkt en voelt mee met je oproepers en maakt zo het verschil voor die ene jongen of dat kleine meisje. Nieuwe vrijwilligers worden niet voor de leeuwen gegooid. Iedereen wordt voorbereid via een basisopleiding en een info-avond.

Interesse ? www.awel.be/word-vrijwilliger of geef een seintje via info@awel.be of 02 534 37 43.

Partner Content