© Wim Kempenaers

Mia Doornaert: “Ik ben een gelukkige gepensioneerde”

Columniste Mia Doornaert (71) wordt nog altijd beschouwd als de Frankrijkkenner bij uitstek. Maar het land is zichzelf niet meer, schrijft ze in haar boek ‘Ontredderde Republiek’.

We ontmoeten Mia Doornaert in haar appartement, één hoog in een art-decogebouw nabij het Brusselse Brugmannplein, bekend als Petit Paris. Zwart pak, wit parelcollier. Alles aan de journaliste ademt Parijs. Het verbaast niet dat ze nog altijd als dé specialiste wordt gevraagd nu de Franse presidentsverkiezingen naderen.

Als kind was je al geboeid door Frankrijk.

Mijn vader was schooldirecteur en had lange vakanties. Wij trokken weken naar het zuiden, langs de Route nationale, want er waren nog geen autowegen. Ik herinner mij nog de oogverblinding toen we afzakten naar het zuiden: alles werd lichter, de kleuren helder, de hemel blauw. Dan volgden de wijngaarden, de palmbomen. We kampeerden bij het water, het wagentje met baguettes kwam langs... Frankrijk is voor mij een hemelse herinnering.

In je boek ‘Ontredderde Republiek’ lijkt het idyllische plaatje veraf.

Frankrijk was onder de koningen het meest geavanceerde land van Europa. Ten tijde van Louis XV kende iedereen Frans, het was de taal van de hoven, de aristocratie. Dan kwam de revolutie. Een nieuw vuur werd aangestoken met de waarden liberté, égalité, fraternité en de Verlichting. Nu heeft het Engels het Frans verdrongen als wereldtaal. Er is een cultuur van vrijhandel en internet, en die staat haaks op de Franse traditie van hiërarchie en centralisme. Frankrijk is zijn imperium kwijt en een land geworden zoals alle andere. Wij Belgen zijn dat gewend, maar voor de Fransen ligt dat heel moeilijk. Dat is de diepe grond van die ontreddering. Een bekend filosoof zei ooit: de Fransen hebben minder schrik van een crisis dan van middelmatigheid.

Frankrijk is zijn imperium kwijt en een land geworden als alle andere. Dat ligt heel moeilijk bij de Fransen.

Verklaart dat het succes van Marine Le Pen?

Dat heeft ermee te maken. De Franse identiteit is sterk. En zoals overal hebben zij een probleem met de moslimmigratie, die zich veel moeilijker integreert. Dat draagt bij tot het ontredderde gevoel. Het FN heeft daar van in het begin op ingespeeld, met helaas een ranzige, racistische kant, die dan weer niet typisch Frans is. Ik kan mij trouwens nog altijd niet voorstellen dat ze het haalt.

Je hebt er gewoond. Kan je er makkelijk integreren?

Het was geen makkelijke plek om correspondent te zijn. Om in Parijs mee te tellen moet je ofwel werken voor een groot internationaal medium of voor de Parijse pers. Al de rest is la presse provinciale of étrangère. Het is ook een erg getrapte maatschappij waardoor het bijvoorbeeld moeilijk is met een hooggeplaatst persoon te spreken. België is in vergelijking erg open.

Men noemt de Fransen pretentieus en chauvinistisch. Ik vind dat ze gewoon trots zijn op hun land, en daar is niets mis mee. Er is wel een Parijse elite die hooghartig kan zijn. Maar afgezien daarvan zie je dat mensen opvoeding hebben, dat het een oud land is. Kinderen spreken met twee woorden.

Men houdt er ook van de Belgen. Ik heb er graag gewoond. Frankrijk deed mij denken aan de reclame van grootwarenhuis Galeries Lafayette: Il se passe toujours quelque chose. Er gebeurt altijd iets. Mijn man was net met pensioen toen ik correspondent werd. We hadden geen kinderen, dus hij kon mee en vergezelde mij vaak. Het was een gouden tijd.

Heb je je job makkelijker kunnen uitoefenen doordat je geen kinderen hebt?

Mijn man en ik hebben nooit gezegd dat we geen kinderen wilden. Maar we leidden een leuk leven samen, hadden een boeiende job en de jaren vlogen voorbij. Zo rond mijn 35ste tikte natuurlijk de biologische klok. We stelden onszelf de vraag, maar merkten dat we geen van beiden een sterk verlangen naar ouderschap hadden. En dan zeg je: we gaan toch geen kind maken om te doen zoals iedereen, wanneer we dat niet voelen? En kinderen als verzekering tegen je oude dag is evenmin een goed idee. Dus het was wel makkelijk dat ik nooit werd tegengehouden door gezinsbeslommeringen.

Je staat bekend als fashionista. Parijs moet dan wel de ultieme plek geweest zijn.

Parijs is sowieso fantastisch als je in kunst of cultuur geïnteresseerd bent. En ja, uiteraard, de kleding! Niet dat ik die allemaal kon kopen. Als je een bescheiden inkomen hebt, zoals ik, dan moet je een beetje inventief zijn. Maar ik geef relatief veel uit aan mode. Ik vind dat geen geldverspilling, als ik de prijs van een duur stuk deel door het aantal keer dat ik het draag.

Voorkomen is erg belangrijk voor je.

Ik vind jezelf verzorgen een vorm van beschaving. Als ik soms Vlaamse politici zie, denk ik, komaan, verschijn toch niet alsof je recht uit je tuin komt! Het ligt wellicht aan mijn generatie. Mijn ouders hadden nog de Vlaamse ontvoogdingsstrijd meegemaakt. Wij wilden tonen dat wij even salonfähig waren als de Franstaligen, tonen dat wij geen ‘boerkes’ waren.

Je bent nu zelfs barones. Wat betekent dat voor je?

Die titel heb ik niet alleen voor mijn schrijvend werk gekregen. Ik heb mij vele uren pro deo ingezet voor verenigingen. Ik ben onder meer voorzitster geweest van de Internationale Federatie voor Journalisten. Wij kwamen op voor persvrijheid, betere voorwaarden voor journalisten en voor collega’s die wereldwijd gevangen zaten.

Ben je op je titel gesteld?

Ik pronk niet met mijn titel. In mijn dagelijkse leven ben ik wie ik ben, ik ben niet plots mijn stukken gaan ondertekenen met ‘barones’. Ik vond het wel een erkenning. Vooral voor mijn mama. Zij was een begaafde vrouw, maar ‘slechts’ de vrouw van een onderwijzer. Zij en wij waren daarom niet goed genoeg voor de bourgeoisie in mijn geboortestreek. Toen ik barones werd, dacht ik: verdraaid, voor sommige van die provinciale bourgeois was ik niet goed genoeg, en voor de koning ben ik dat wel! Het voelde een beetje als een revanche. En het is ook bevredigend dat ik die erkenning kreeg voor wat ik zelf deed, niet als dochter of vrouw van. De Belgische monarchie vraagt trouwens niets terug. Je krijgt een titel en dat is het. Het is niet zo dat ze mij bellen als er negatief over het koningshuis geschreven wordt.

Was met pensioen gaan moeilijk?

Voor één ding wel. Ik was altijd gewend om in een team te werken. Dat miste ik: ergens naartoe gaan om samen aan iets te werken. Maar ik ben niet in een zwart gat gevallen. Mijn basis bestond altijd uit vrienden die niet tot mijn professionele milieu behoorden. Mijn man – die ook journalist was – en ik, hebben ons nooit de illusie gemaakt dat professionele contacten je graag zien komen omdat jij jij bent, ze zien jouw functie. We waren daar zeer realistisch in.

Je job was wel je identiteit.

Er is nooit een complete breuk geweest. Ik heb mijn tweewekelijkse column in De Standaard behouden, dat hebben we afgesproken op het ogenblik dat ik als speechwriter voor Yves Leterme ging werken. En die column schrijf ik nog altijd. Ik heb het verder heel leuk, geef lezingen en heb nu meer tijd voor mezelf. Soms kan ik uit eten met mijn vriendinnen of gewoon luieren. Ik ben een gelukkige gepensioneerde!

Heb je er ooit aan gedacht terug te keren naar Frankrijk nu je met pensioen bent?

Ik kom er natuurlijk vaak. En als mijn man nog zou leven, zouden we dat misschien doen. Maar op mijn eentje in Bormes-les-Mimosas of Normandië leven? Mijn vrienden en familie zijn hier. En als je niet meer in een professionele omgeving vertoeft, ben je veel meer op jezelf aangewezen om contacten op te bouwen.

Als je terugblikt, zijn dan al je kleine-meisjesdromen uitgekomen?

Een van de eerste films die ik zag was Sissi. Het was mijn droom ooit zoals zij te walsen in een baljurk met veel volants in een groot paleis. Die droom is nooit uitgekomen (lacht).

Tijdlijn

1945: Geboren in Kortrijk, studeert Klassieke en Oosterse talen

1970-2008: Journaliste bij de krant De Standaard

1995-2000: Frankrijkcorrespondente in Parijs

1986-1992: Voorzitter Internationale Federatie Journalisten

2003: Door Koning Albert in de adelstand verheven, krijgt de titel ‘barones’

2008-2009: Speechwriter en adviseur van toenmalig minister Buitenlandse Zaken Yves Leterme

Sinds 2009: Columnist en buitenland – expert De Standaard

2009: Boek ‘De Frivole Vertwijfeling’, Lannoo

2016: Boek ‘De Ontredderde Republiek’, Polis

Privé: sinds 2005 weduwe van gewezen journalist Rik Van Moll

Partner Content