© Getty Images/iStockphoto

Voor of tegen het huwelijksquotiënt?

Open VLD-voorzitster Gwendolyn Rutten plaatste vraagtekens bij het huwelijksquotiënt en dat zorgde dan weer voor reactie van gezinnen die de keuze maakten dat één partner thuis blijft. Belangrijk is vooral om goed geïnformeerd je keuze te maken.

Net vandaag – we schrijven 31 oktober 2017 – is uitgeroepen tot Europese (un)equal pay day, de dag vanaf wanneer vrouwen “gratis werken”, als je rekening houdt met de bestaande loonkloof tussen mannen en vrouwen. In België drukken we het anders uit en spreken we van ‘equal pay day’, de dag tot wanneer vrouwen moeten werken om evenveel te verdienen als wat mannen het jaar voordien verdienden. Die dag viel dit jaar op 14 maart 2017. De loonkloof v/m is bijna gedicht als we enkel kijken naar de gemiddelde bruto-uurlonen van voltijds werkenden, maar blijft steken op 20% als we de maandlonen van voltijds en deeltijds werkenden samen nemen. Hieruit blijkt duidelijk dat deeltijds werk nog grotendeels een vrouwenzaak is (42% van de vrouwelijke loontrekkers in de privésector tegenover 10% van de mannelijke – Bron: Persdossier Equal Pay Day, Zij-kant, PES en ABVV).

Deeltijds werken is dus zeker nog een vrouwenzaak en is één van de redenen waarom het pensioen van vrouwen later ook veel lager ligt.

Huwelijksquotiënt

Het huwelijksquotiënt is een uitvinding van de late jaren ’80. Als één van de partners (getrouwd of wettelijk samenwonend) niets of weinig verdient, kan een deel van het inkomen van de andere partner (die veel meer verdient) naar haar/hem overgeheveld worden. Zo worden de progressieve belastingtarieven gedrukt en wint het gezin er fiscaal bij.

Volgens Open VLD-voorzitster Gwendolyn Rutten wordt daardoor het kostwinnersmodel gestimuleerd en worden vrouwen (want het zijn nu eenmaal vrouwen die het vaakst thuis blijven om gezinstaken op te nemen) aangezet om niet te gaan werken. Zo bouwen zij ook geen pensioenrechten op en dat kan hen duur te staan komen bij een scheiding later. Bovendien stelde Rutten dat “je het systeem van het huwelijksquotiënt niet uitgelegd krijgt aan een alleenstaande moeder met twee kinderen die hard werkt.” En dan is er nog het financiële argument: het systeem kost de staat ongeveer 600 miljoen euro per jaar.

Zoals met veel zaken het geval is, kan je deze kwestie van verschillende kanten bekijken. Het huwelijksquotiënt zorgt er inderdaad voor dat gezinnen waarbij een partner heel weinig of niet werkt om voor het gezin te zorgen, netto wat meer overhouden. Het is allicht niet dé reden waarom koppels de keuze maken dat één van hen thuis blijft, maar het helpt.

Goed geïnformeerd

Gezinnen maken (gelukkig) zelf hun keuze, maar het is wel belangrijk dat je goed geïnformeerd bent over alle mogelijkheden (en hun gevolgen). Zo zorgt deeltijds werken later voor een deeltijds pensioen. Tenzij je deeltijds werkt in het kader van een tijdskrediet of ouderschapsverlof (dit is een thematisch verlof, geen tijdskrediet), waarbij er een gelijkstelling is voor het pensioen. Dit jaar werd de maximumperiode voor tijdskrediet met zorgmotief uitgebreid tot 51 maanden. Eén van die motieven is de zorg voor een kind jonger dan 8 jaar.

En je moet inderdaad niet altijd uitgaan van het slechtste scenario, maar je moet wel weten dat je bij een scheiding geen recht hebt op een ‘compensatie’ voor al de jaren dat je niet of minder hebt gewerkt om gezinstaken op te nemen. Of deze vorm van arbeid maatschappelijk wél zou mogen/moeten gewaardeerd worden is een andere discussie...

Partner Content