© ISTOCK

Massatoerisme: hoe ontsnap je aan de overlast?

Het hoogseizoen komt eraan en dan kreunen vooral de populaire Europese steden onder de vele toeristen. Bewoners komen in opstand. Waar kan je wel nog naartoe en hoe zorg je ervoor dat je geen ongewenste gast bent?

Tourist go home! Tourist terrorist! Het zijn maar enkele slogans die vorige zomer niets aan de verbeelding overlieten. De zomer van 2017 leek wel die waarin de lokale bevolking in opstand kwam tegen de toeristen. Omdat ze te talrijk zijn, zich misdragen of aan een vorm van toerisme doen die weinig oplevert voor de lokale economie. Het meest bekende voorbeeld is Venetië, dat in het hoogseizoen elke dag meer dan 40.000 toeristen te slikken krijgt, veelal dagjesmensen die aanmeren met gigantische cruiseschepen. De nog resterende inwoners kunnen het niet meer aanzien en trekken de straat op om hun ongenoegen te uiten. Maar de lijst is veel langer dan dat. Ook de inwoners van Amsterdam, Palma de Mallorca, Barcelona, Berlijn en Dubrovnik hebben het gehad. Die laatste stad zag het aantal gasten explosief toenemen door de opnames van de reeks Game of Thrones.

En zelfs buiten de steden en in andere delen van de wereld worden maatregelen genomen. Het Griekse eiland Santorini, de Peruviaanse Inca-site Machu Picchu en de vijf pittoreske dorpjes Cinque Terre in Italië voerden een quotum in. Om de verhouding te schetsen: Cinque Terre telt 5.000 inwoners en krijgt elk jaar twee miljoen bezoekers over zich heen, nu teruggebracht tot anderhalf miljoen. Thailand en de Filippijnen tenslotte moesten paradijselijke eilanden afsluiten omdat de natuur er onherroepelijk beschadigd dreigde te raken.

Amsterdam
Amsterdam© GETTY IMAGES

Iedereen toerist

Ik denk dat je de protestbewegingen niet verkeerd mag begrijpen, zegt professor Jan van der Borg, die toerismemanagement doceert in Leuven en Venetië. “Het is geen protest tegen vakantiegangers, wel tegen het beleid. Want we zijn allemaal toeristen. Iedereen gaat wel een keer graag op reis. Het probleem is dat het toerisme een sterk groeiende sector is en vele steden te lang hebben gewacht om dat in goede banen te leiden. Het is alsof je 70 mensen uitnodigt in je tuin en plots komen er 700. Dan is het voor niemand nog leuk.”

“Stadsbesturen zijn altijd bang om hoteliers, taxichauffeurs of mensen die aan het toerisme verdienen voor het hoofd te stoten. Maar de realiteit is dat wanneer je de toestroom niet in goede banen leidt, toeristen meer kosten dan ze opbrengen. Omdat er een verkeerscongestie ontstaat, er veel afval achterblijft... Zelf ken ik de toestand in Venetië zeer goed, en hier heeft zich werkelijk het nachtmerriescenario voltrokken”, weet Jan van der Borg.

Toeristen zijn niet alleen almaar talrijker, ze gedragen zich ook niet altijd even netjes. In Venetië haalden een paar waaghalzen het in hun hoofd van de Rialtobrug te springen. Vakantiegangers die verkoeling zoeken in fonteinen, picknicken op historische pleinen, selfies maken in overvolle steegjes, in bloot bovenlijf door de stad wandelen of in bikini languit op de trappen van een kathedraal gaan liggen zonnen, staan eveneens in de lijst met veel voorkomende ergernissen. “Het echte wangedrag is volgens mij toch anekdotisch, een spectaculaire kop in de krant”, aldus Van der Borg. “Wie van ons heeft trouwens nog nooit een broodje gegeten op een bank op het plein? Ik denk dat de gemiddelde toerist zich heus wel gedraagt. Het probleem is de hoeveelheid mensen. Wanneer de draagkracht van een stad niet is aangepast, krijg je ellende. Als er niet voldoende afvalbakken zijn bijvoorbeeld. Steden moeten goed in kaart brengen wat ze aankunnen.”

Berlijn
Berlijn© GETTY IMAGES

Citytrips en low cost

Dominique Vanneste, professor geografie en toerisme aan de KULeuven, voerde zelf onderzoek uit naar de impact van het toerisme in Brugge. “Er zijn toch wel degelijk bezoekers die zich niet gepast gedragen”, zegt ze. “Ons onderzoek toont aan dat bewoners niet tegen toeristen zijn, wel tegen respectloze vakantiegasten die voor overlast zorgen. Groepen oefenen trouwens een veel grotere druk uit dan individuele bezoekers. En je moet weten dat wanneer een plek toeristisch wordt, de leefomgeving drastisch verandert. Vaak zien we dat het lokale winkelaanbod verschraalt: de plaatselijke bakker en slager worden vervangen door een chocolatier of souvenirwinkel. Hier hebben de bewoners niets aan. Of het café waar ze op het terras gezellig koffie gingen drinken, verdubbelt zijn prijs. Veel stadsbewoners werken nu eenmaal niet in het toerisme en verdienen hier dus niets mee. Ook een fenomeen als Airbnb pakt slecht uit voor een groot deel van de inwoners, want het jaagt de huur- en koopprijzen van vastgoed de hoogte in.”

Hoe is het allemaal zo ver kunnen komen? Het is duidelijk dat citytrips en cultuurtoerisme in de lift zitten, verklaart Vanneste. “De interesse voor andere culturen is op zich natuurlijk positief. En je mag niet vergeten dat het citytriptoerisme veel steden heeft laten heropleven. Tot ver in de jaren ’90 hadden vele te kampen met armoede en leegstand. De binnenstad was toen geen aangename plek. En wanneer toeristen bijvoorbeeld na een aanslag wegblijven, realiseert men zich weer hoe belangrijk ze zijn. Veel steden hebben die toeristische groei jaren geleden dan ook verwelkomd. Ze hebben alleen niet ingeschat dat ze het slachtoffer zouden worden van hun eigen succes en hebben geen strategie om met die overdruk om te gaan.

Een grote rol spelen ook de lagekostenmaatschappijen, gaat ze verder. “Reizen is daardoor voor veel meer mensen betaalbaar geworden. Zeker ook voor jongeren. Dat maakt dat we vaker korte breaks organiseren en soms drie tot vier keer per jaar terugkeren. De eerste keer bezoeken we de bezienswaardigheden, daarna vliegen we terug om te flaneren, te shoppen, uit te gaan... Vrijgezellenweekends in het buitenland zijn bijvoorbeeld erg populair. Maar op die manier ontstaat natuurlijk ook overlast.”

Santorini
Santorini© GETTY IMAGES

Spreiden in tijd en ruimte

Niemand is graag een massatoerist. Dus wat kan je zelf doen? Het is altijd beter ergens meerdere dagen te verblijven, zegt Jan van der Borg. “Zo vermijd je dat je op drie uur door de stad moet rushen, enkel tijd hebt voor de twee bekendste bezienswaardigheden waar iedereen samenstroomt en je inderhaast een lunchpakket meeneemt. Informeer je vooraf goed over de lokale gewoonten, zodat je geen brutale indruk maakt. When in Rome, do as the Romans do. Dat is trouwens ook voor jezelf verrijkend. En als je de mogelijkheid hebt: kies voor het laagseizoen. Soms is het maar een kwestie van enkele weken. De steden zelf zouden kunnen werken met een reservatiesysteem waarbij je korting krijgt op musea en bezienswaardigheden indien je in de stad logeert. Dat geeft ook aan wanneer het aantal bezoekers verzadigd is en stuurt dus het gedrag. Quota invoeren kan voor een bezienswaardigheid of museum, eventueel voor een eiland. Maar voor een gehele stad? Hoe ga je dat doen? Met tickets? Dan worden het helemaal pretparken.”

Dagtoerisme is effectief geen goed idee in drukke toeristische steden, bevestigt Vanneste. Wanneer je meerdere dagen ergens verblijft, spendeer je meer in de stad en heb je zelf ook een betere ervaring. Je bezoek spreiden in tijd en ruimte is dus belangrijk. Probeer ook minder bekende buurten te ontdekken. Want vaak troepen toeristen samen in dezelfde kleine kern. En toon uiteraard respect voor de inwoners.

“Het werkt natuurlijk langs twee kanten. Inwoners die Toeristen buiten scanderen, hanteren ook niet de juiste aanpak. Zij schofferen niet alleen bezoekers, maar ook de lokale ondernemers. Uiteraard is het in de eerste plaats aan de stadsbesturen om maatregelen te nemen. Maar er is altijd iemand die dit aanvoelt als broodroof. Airbnb afremmen, zoals in Berlijn en Parijs, is een voorbeeld van een goeie ingreep. Het wordt niet verboden, wel ingeperkt tot een aantal dagen per jaar. Een hotelstop klinkt misschien goed, maar dan zou ik enkel de grote ketens beperken. Hotels in historische gebouwen of boetiekhotels moet je net aanmoedigen.”

Dubrovnik
Dubrovnik© GETTY IMAGES

De markt beslist

Toeristen kunnen inderdaad veel dingen zelf doen, klinkt het bij Piet Demeyere, woordvoerder van touroperator TUI, een van de reisorganisaties die jaarlijks duizenden mensen naar populaire bestemmingen brengen. “Je kan bijvoorbeeld je ecologische voetafdruk beperken door hotels met een ecolabel te kiezen, of een auto huren samen met anderen. Ik geef toe dat wij all inclusive hotels in ons aanbod hebben waar de lokale zelfstandige weinig aan verdient. Maar als touroperator kunnen wij het niet maken een vakantietrend die dermate populair is te negeren. Belgen zijn dol op all inclusive. Dankzij die formule kennen ze vooraf precies hun budget en kunnen mensen die anders niet zouden reizen, wel op vakantie. All inclusive heeft reizen gedemocratiseerd. Wij bieden daarnaast ook eigen hotels aan die enkel goederen aankopen bij lokale handelaars of landbouwers. Maar deze formule is dan weer duurder voor de consument. Dus de markt beslist. Toerisme is onze business en een belangrijke bron van inkomsten. En wij willen uiteraard de tak niet afzagen waar we opzitten.”

“Anderzijds zijn ook wij van oordeel dat alles in proportie moet blijven, ongebreidelde groei kan niet. Voor de inwoners, maar ook voor de toeristen. Want ook zij zijn ontgoocheld wanneer ze in een volkstoeloop belanden. Weinig mensen vinden het leuk om op vakantie in dezelfde drukte terecht te komen die ze vaak al in België ervaren. Omdat TUI leefbaarheid en duurzaamheid wel degelijk belangrijk vindt, hebben we de TUI Care Foundation opgericht. Op bestemmingen waar door het toerisme een bepaald evenwicht dreigt te worden verstoord, steunt de Foundation projecten die hieraan iets willen doen. Neem nu Kroatië waar het toerisme goed voor een kwart van de werkgelegenheid. Ons project biedt Kroatische jongeren training, coaching en werkervaring aan. Ondernemers leren bij ons inzichten in de verlangens van de westerse toerist.”

Er zijn trouwens wel degelijk nog rustige regio’s en steden in Europa (zoals blijkt uit de fotokeuze bij dit artikel), vindt Demeyere. “Uiteraard wensen zij op termijn ook te groeien om economische redenen. Maar ik ben ervan overtuigd dat ze zullen leren uit wat er misgaat op andere plekken. Zij hebben het voordeel dat ze vooraf kunnen sturen. Een toonvoorbeeld is Lanzarote. Dat heeft geleerd uit de fouten van Tenerife en Gran Canaria, waar het massatoerisme zijn gang is kunnen gaan. Lanzarote heeft van in het begin het aantal hotels en de hoogbouw beperkt. Op dit ogenblik geldt er een bouwstop. Natuurlijk is dit soort maatregelen makkelijker op een klein eiland met weinig inwoners die afhankelijk zijn van het toerisme.

Vooraf beperken is inderdaad veel efficiënter dan afbouwen, voegt professor Vanneste er aan toe. “Als er 100 toeristenbootjes op je waterlopen varen, wie moet zijn bootje dan inleveren? Eens je het hebt toegelaten, kan je niet makkelijk meer terug. Steden die nog in opmars zijn, kunnen wel anticiperen.”

Firenze in Toscane
Firenze in Toscane© ISTOCK

Boomende cruises

En dan zijn er de cruises die enorm aan populariteit hebben gewonnen, zegt Vanneste. “Zij laten vaak in één keer duizenden mensen los op één site. Je moet weten dat het gemiddelde cruiseschip zowat 5.000 passagiers vervoert. Dit is bijvoorbeeld het probleem van Dubrovnik, Santorini en Venetië. Cruisetoeristen zijn bovendien niet erg interessant voor de lokale economie, want zij spenderen nauwelijks iets in de stad. Het zijn drijvende all in hotels”. Dat is te kort door de bocht, vindt Piet Demeyere. “Al wie ooit op cruise is geweest, weet dat lokale handelaars de passagiers van de cruiseschepen staan op te wachten. Zij proberen hen souvenirs en drankjes te verkopen. De cruiseschepen moeten ook havengelden betalen. Dat ze niets opleveren klopt dus niet.”

Ik vind dat er een vorm van cruise-bashing aan de gang is, reageert Patrick Pourbaix, Belgisch voorzitter van CLIA, de Cruise Lines International Association. “Wij groeien sterk en dus springen we in het oog. We aanvaarden dat, maar ik wil er toch aan toevoegen dat bijvoorbeeld in Venetië, waar wij vaak als grote boosdoener worden genoemd, er per jaar slechts één miljoen van de 30 miljoen toeristen afkomstig is van cruiseschepen.”

“Wij steunen absoluut een strengere regelgeving, zeker in Venetië”, voegt internationaal directeur Antoine Lacarrière toe. “Onze cruisemaatschappijen hebben er zelf alle belang bij dat zulke prachtige bestemmingen niet beschadigd raken. Ons streefdoel is ook dat onze schepen geen enkele impact hebben op het milieu. Onze industrie zal groen zijn of niet zijn.”

Niet Berlijn, maar Hamburg

Een chic centrum en hippe wijken met streetart, trendy bars en vintage winkeltjes. Hamburg hoeft niet onder te doen voor Berlijn. Vergeet ook het strand en de pakhuizen bij de Elbe niet.

Hamburg
Hamburg© ISTOCK

Niet Amsterdam, maar Rotterdam

De Nederlandse havenstad Rotterdam ligt een stuk dichterbij en is een must voor liefhebbers van hedendaagse architectuur. Piet Blom en Rem Koolhaas lieten er hun creativiteit de vrije loop. Het Museum Boijmans Van Beuningen toont topstukken uit de kunstgeschiedenis.

Rotterdam
Rotterdam© ISTOCK

Niet Santorini, maar Thassos

Thassos is het meest noordelijke eiland van Griekenland en dankzij de vele pijnbomen ook zeer groen. De witte marmerrotsen en dito stranden maken het plaatje compleet.

Thassos
Thassos© GETTY IMAGES

Niet Dubrovnik, maar Bra?

Brac is een nog relatief onbekend stukje Kroatië, tegenover de stad Split. Het is een van de 1.165 eilandjes en riffen van de Kroatische archipel, amper 40 km lang en 12 km breed. Zijn Zlatni Rat-strand staat bekend als een van de mooiste van Europa.

Bra?
Bra?© GETTY IMAGES

Niet Toscane, maar Umbrië

Het glooiende landschap is er minstens even mooi en de pasta even lekker als in Toscane. Bovendien telt Umbrië nog veel middeleeuwse stadjes die de moeite lonen en nog niet onder de voet gelopen zijn. Denk maar aan Perugia, Assisi en Castiglioni.

Montefalco in Umbrië
Montefalco in Umbrië© ISTOCK

Partner Content