© GETTY IMAGES

Hoogbegaafd zonder het te weten

Vandaag is er op school aandacht voor kinderen met een hoog IQ. Maar ouders en grootouders ontdekken vaak pas op latere leeftijd dat ze hoogbegaafd zijn. Soms is dat een hele opluchting.

Evelyne (56) heeft zich altijd al anders gevoeld. Zover haar herinneringen reiken, eigenlijk. Al op heel jonge leeftijd merkte ze dat ze niet exact op dezelfde manier functioneerde als andere kinderen. Haar brein leek voortdurend geneigd om heel snel te werken. Toch was ze soms verbaasd van de reacties van anderen, alsof er iets was dat haar ontging. “Dankzij je intelligentie kun je die verschillen makkelijk verhullen. Vooral als meisje, want je wordt al heel vroeg geleerd dat je lief moeten zijn en braaf in het gelid moet lopen”, zegt de moeder van twee volwassen dochters, die net als zij hoogbegaafd zijn. Zoals velen kon ook Evelyne pas een naam plakken op haar anders-zijn toen ze ontdekte dat haar kinderen hoogbegaafd waren. Dat wierp meteen een heel nieuw licht op haar eigen parcours en op de moeilijkheden waarop ze was gestuit.

Pas ontdekt

“Zelfs 15 jaar geleden was er nog maar heel weinig bekend over hoogbegaafdheid”, klinkt het bij Sophie Brasseur en Catherine Cuche, psychologen en auteurs van een boek over deze problematiek. De man van Evelyne heeft zijn eigen hoogbegaafdheid nooit willen laten bevestigen door een deskundige, maar zijn vrouw is er zeker van dat ook hij hoogbegaafd is. Volgens haar volstaat het om een keer samen met haar gezin aan tafel te zitten om daar overtuigd van te raken. “Onze gesprekken schieten voortdurend alle kanten op. In die mate zelfs dat we een ‘praatstok’ hebben ingevoerd. Wie de stok heeft, krijgt het woord. Zo kan iedereen om beurt zeggen wat hij of zij te zeggen heeft.”

“Hoewel dit niet systematisch het geval is, zie je toch vaak dat hoogbegaafden zich tot elkaar aangetrokken voelen, een relatie beginnen en kinderen krijgen die eveneens hoogbegaafd zijn”, bevestigen Brasseur en Cuche.

Vandaag gaan almaar meer volwassenen op consult. Omdat er hoogbegaafdheid werd vastgesteld bij hun kinderen, of als gevolg van een belangrijke wending in hun leven, zoals een echtscheiding of ontslag. “Wij krijgen veel mensen over de vloer die zich emotioneel uitgeput voelen door hun manier van leven”, lichten de auteurs toe. Neem nu Thomas (53). Hij ontdekte pas drie jaar geleden door een burn-out dat hij hoogbegaafd is. “Ik besefte dat ik jarenlang had geprobeerd te functioneren op een manier die me niet lag en dat ik daar enorm veel energie aan had verspild. En dat mijn problemen in mijn relaties met anderen wellicht verband hielden met mijn hoogbegaafdheid, die me zeker niet superieur maakt, maar wel anders. Veel mensen denken dat hoogbegaafden zich boven anderen verheven voelen, maar het tegendeel is waar. Vaak hebben ze een laag zelfbeeld.”

Hoogbegaafd zonder het te weten
© FOTOMONTAGE

Snelle hersenen

Sophie Brasseur en Catherine Cuche tonen in hun boek aan dat hoogbegaafdheid geen modegril is, maar een aparte manier van zijn met duidelijk identificeerbare symptomen. Van in de vroege kinderjaren is er sprake van een ontwikkelingsvoorsprong op verschillende vlakken: hoogbegaafde kinderen leren vroeg lopen, praten, lezen en/of rekenen (al op 3-4 jaar). “De hersenen van een hoogbegaafde werken niet radicaal anders. Het verschil zit hem in de snelheid waarmee bepaalde hersenzones zich ontwikkelen, in de densiteit van bepaalde zones (fronto-pariëtaal netwerk) en de intensiteit waarmee die worden geactiveerd.” Tot de leeftijd van 16 jaar ondervinden hoogbegaafde kinderen doorgaans geen problemen op school. Nadien kunnen ze het lastiger krijgen, vooral in het hoger onderwijs. “Ofwel zijn deze jongeren het gewoon om te studeren omdat de materie hen boeit. Ze gaan er dan overdreven in op, waardoor ze in tijdnood komen en alles niet meer georganiseerd krijgen. Ofwel lijden ze aan ernstig uitstelgedrag omdat ze weten dat ze nooit genoeg tijd zullen hebben om alles te doen wat ze graag zouden willen doen om die materie echt te beheersen.”

Ook bij het omgaan met emoties vertonen hoogbegaafden bijzondere kenmerken. “Ze zijn intellectueel dermate begaafd dat ze vaak al van in de kinderjaren informatie opnemen – bijvoorbeeld over de dood, over het risico op bepaalde ziektes, over de klimaatopwarming,... – die ze cognitief wel begrijpen, maar die ze affectief en mentaal niet altijd kunnen plaatsen, omdat het het hen aan de nodige afstand en levenservaring ontbreekt. De vaststelling dat ze minder gemakkelijk met gevoelens kunnen omgaan dan de dingen intellectueel te doorgronden, kan hen angstig maken”, leggen de auteurs uit. Omdat hoogbegaafden in staat zijn om zeer snel informatie te verwerken, hebben ze het soms ook moeilijk om uit te leggen hoe hun redenering opgebouwd is. “In emotionele situaties maakt hun brein zich snel meester van de signalen en gaat het die meteen op een intellectuele manier verwerken. Het brein gaat dus al in probleemoplossingsmodus nog voor de hoogbegaafde de tijd heeft gekregen om zijn of haar emoties te benoemen. Om je een idee te geven van hoe dit in zijn werk gaat: hoogbegaafden hebben al gereageerd nog voor ze zich bewust zijn dat ze bang zijn.”

Erfelijke aanleg

Net zoals bij intelligentie in het algemeen speelt erfelijkheid ook bij hoogbegaafdheid een grote rol. Momenteel hanteert men niet in alle landen dezelfde IQ-score als criterium voor hoogbegaafdheid. In Frankrijk spreekt men doorgaans van hoogbegaafdheid vanaf een IQ van 130. In België ligt de grens op 125, wat betekent dat 5% van de bevolking hoogbegaafd is, een percentage dat je overal ter wereld tegenkomt. “Het criterium van 125 is vastgelegd vanuit de idee dat het aangevoelde verschil of de voorsprong die iemand heeft op het vlak van leerprocessen en mentale efficiëntie, dan voldoende is om er rekening mee te houden”, leggen Sophie Brasseur en Catherine Cuche uit. Hoogbegaafdheid is geen ziekte en veroorzaakt niet per se problemen. Een systematische screening is dus niet nodig. “Soms is het een opluchting om het te weten, maar soms heeft het ook niet veel belang. Sommigen hebben altijd prima gefunctioneerd met die bovengemiddelde intelligentie. Er zijn er trouwens ook die er niets van merken. Maar hun entourage heeft doorgaans al wel heel lang iets in de gaten.”

Voor anderen is het een openbaring om te ontdekken dat ze hoogbegaafd zijn: ze begrijpen plots hoe ze in elkaar zitten. “Volgens mij beginnen de problemen wanneer je geen woorden kunt plakken op datgene wat je hebt of bent. Je kunt het ietwat vergelijken met iemand die allergisch is voor pindanoten: weet hij het niet, dan is dat levensgevaarlijk; weet hij het wel, dan moet hij gewoon van de pindanoten afblijven”, besluit Evelyne, die wát blij is dat ze inmiddels weet dat ze hoogbegaafd is.

Meer weten? www.hoogbegaafdvlaanderen.be Meer dan intelligent – Prof. dr. Tessa Kieboom en prof. dr. ir. Kathleen Venderickx – Lannoo – 20 euro — isbn 9789401446884

Philippe Herman Je moet hoogbegaafdheid een plaats geven in je leven

“Vandaag wordt de diagnose hoogbegaafdheid vaak tijdens de schooljaren gesteld, maar dat was veertig of vijftig jaar geleden zeker niet het geval. Vandaar dat veel oudere hoogbegaafden een grillig parcours achter de rug hebben, omdat dat niet afgestemd was op hun manier van zijn. Dat was onder meer bij mij het geval. De diagnose ‘zeer hoogbegaafd’ (een IQ hoger dan 140) werd pas gesteld toen ik de 50 al voorbij was. Ik kon al lezen en schrijven vóór ik aan de lagere school begon. Eenmaal op school kon ik me dus moeilijk concentreren: ik verveelde me stierlijk en een kind dat zich verveelt, let niet op. In het eerste leerjaar moest ik al meteen nablijven voor straf. Tot het derde leerjaar was mijn parcours catastrofaal. Mijn ouders werden zelfs op het matje geroepen omdat men mij niet in staat achtte mijn lagere school af te maken. Gelukkig had ik nadien een slimme onderwijzer: hij wist me te boeien en voorkwam zo dat ik totaal afhaakte.

In de humaniora slaagde ik, maar dat heeft moeite gekost. Mijn leraars zagen wel dat ik capaciteiten had, maar dat bleek niet uit mijn resultaten. Het moet gezegd dat hoogbegaafden vaak nog andere problemen ervaren: ik heb dyslexie en dysorthografie en dus zakte ik soms omdat er ook punten werden afgetrokken voor spelfouten. Toch hebben hoogbegaafde tieners het niet eens zo lastig met slechte resultaten, maar wel met het feit dat ze anders zijn, en dat net op een leeftijd waarin ze eigenlijk vooral willen opgaan in de massa. Vaak worden ze gepest of uitgesloten.

Ook de universiteit begon met een mislukking. Ik begreep alles, maar omdat ik voordien nooit had leren studeren – dat was nooit nodig geweest – raakte ik nu niet door de pakken leerstof heen. Nadien heb ik wel een diploma handelswetenschappen gehaald. Dat boeide me omdat het concreet was. Ondanks mijn bochtige traject ben ik niet ontevreden als ik zie wat er van me is geworden. Had mijn leven er anders uitgezien indien de diagnose eerder was gesteld? Moeilijk te zeggen. Bij anderen, die ongewild uit het algemeen onderwijs werden geweerd, heeft het feit dat ze nooit als hoogbegaafd werden gediagnosticeerd, misschien wel nefaste gevolgen gehad. Maar zelfs later, op volwassen leeftijd, heeft het zin om een diagnose te koppelen aan je anders-zijn. Het is belangrijk dat je een naam kunt plakken op wie en wat je bent en dat je die wetenschap vervolgens een plaats kunt geven in je leven.”

Partner Content