© Getty Images/iStockphoto

Wanneer schoonmaken een obsessie wordt...

Steeds in dezelfde volgorde afstoffen, nog vlug dweilen voor de schoonmaakhulp arriveert, na elke visite de deurknoppen ontsmetten. Gekke poetsgewoonten zijn doorgaans onschuldig, tenzij een smetteloos huis verandert in een obsessie.

“Toen ik alleen ging wonen, nam ik de vaste poetsgewoonten van mijn moeder over: op maandag alles beneden afstoffen, op dinsdag dweilen, woensdag wasdag... Kwam er onverwacht bezoek, dan was ma altijd uit haar doen en vaak kuiste ze gewoon verder in de hoop dat de gasten zouden opkrassen. Ik wist niet beter dan dat zoiets normaal was, al hadden mijn ouders er vaak ruzie over omdat mijn vader eerder rommelig was. In mijn eigen flat, nam ik mijn moeders poetspatroon over. Elke dag na het werk pakte ik iets specifiek grondig aan: de ramen zemen, de rails van de gordijnen afwassen. En op zaterdag poetste ik een hele dag alles, ook al lag er geen zichtbaar stof. Ik vond er niks gek aan, tot ik ging samenwonen en mijn partner wel heel verbaasd reageerde op mijn bizarre gewoonten”, geeft Anna toe.

Marianne: “Als ik merk dat een schilderij niet perfect recht hangt, word ik nerveus. Zelfs al wijkt het maar een beetje af, ik moet het meteen recht hangen.

“Rituelen bij het poetsen komen vaak voor en hoeven an sich geen probleem te zijn”, verduidelijkt Jos Jazie. Hij behandelt al 30 jaar mensen met allerlei angst- en dwangstoornissen en is als klinisch gedragstherapeut verbonden is aan het AngstCentrum. “Pas wanneer je zelf ondervindt dat de spanning en onrust bij je gedrag storend wordt, dit alles erg tijdrovend is of dat de relatie met je huisgenoten eronder lijdt, is er toch meer aan de hand. Poetsdwang – die vaak hand in hand gaat met smetvrees – is een Obsessief Compulsieve Stoornis (OCS) en staat nooit op zichzelf. Meestal gaat dit gedrag gepaard met o.a. controledwang, perfectionisme en onzekerheid. Twijfelen of je wel goed genoeg hebt gepoetst waardoor je die handeling blijft herhalen of dat juist erg nauwgezet doet. Vaak hebben mensen met poetsdwang ook een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Dat uit zich bijvoorbeeld in de vrees om anderen te besmetten met bacteriën in huis, wat je ‘dwingt’ om extra grondig schoon te maken. Zelf omschrijven mensen dit niet altijd als angst, maar eerder als spanning of een onrustig gevoel, dat ze door specifieke poetsrituelen trachten te neutraliseren.”

Die rituelen kunnen uiteenlopende vormen aannemen. Jos Jazie haalt het voorbeeld aan van een dame die een kast had volgestouwd met doosjes wattenstokjes, waarmee ze dagelijks alle spleetjes en richeltjes in huis schoonmaakte. Die voorraad werd wekelijks aangevuld. En een man vertelde de therapeut dat hij na het vertrek van de poetsvrouw het huis rondging om te checken of alles op de juiste plaats was teruggezet. Vaak kuiste hij zelfs opnieuw, omdat de poetsvrouw dat niet volgens zijn rituelen had gedaan.

Zit het in de familie?

Waar komt die drang om te poetsen vandaan, willen we van Jos Jazie weten: “Uitgebreid wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat 85% van de mensen met poetsdwang ook een vader of moeder had met een dwangstoornis. De aanleg ertoe is kennelijk grotendeels genetisch bepaald. Maar het is een misvatting om te denken dat een kind dat opgroeit bij een ouder met poetsdwang, dat gedrag thuis aangeleerd krijgt. Het ligt niet aan de opvoeding. Er zijn voorbeelden genoeg van kinderen die verplicht werden om overdreven vaak de handen te wassen, of die zich telkens moesten omkleden voor ze het pas gepoetste huis mochten betreden, maar die zelf later geen poetsdwang hebben ontwikkeld.”

Fred: “Als er op kantoor een collega op mijn stoel is gaan zitten, stofzuig ik ’s avonds de auto, uit vrees dat er op mijn kleding bacteriën zijn achtergebleven.

Een andere hardnekkige mythe wil dat de angst die aan de basis ligt van problemen als poetsdwang, uit het verleden stamt. “Klopt niet”, beklemtoont Jos Jazie. “De oorzaak ligt in ons eigen denken. Mensen met een bepaalde genetische aanleg zijn vatbaarder voor dreigende gedachten (obsessies) en geloven daardoor dat ze bepaalde handelingen moeten doen, ook al lijken die objectief gezien erg dwaas. Zij denken bijvoorbeeld: ik moet elke dag alle kasten controleren op stof of ik voel me niet gerust. Tussen denken en voelen is een nauwe band, waarbij het denken het voelen zelf mee aanstuurt, maar als je poetsdwang hebt, besef je dat vaak niet. Door je hiervan bewust te worden, zet je al een stap richting herstel.”

Wat als je partner maniakaal poetst?

Jos Jazie: “Zoiets merk je aan allerlei signalen. Reageert je partner telkens erg gespannen of geïrriteerd wanneer hij/zij de poetsrituelen niet kan uitvoeren of wanneer jij weigert om daarin nog langer mee te gaan omdat je geen vier keer per maaltijd je handen wil wassen, dan is de kans groot dat er dwang in het spel is. Veel mensen gaan soms jarenlang in dit gedrag mee om de lieve vrede te bewaren, maar dat is niet de juiste aanpak. Als poetsrituelen het samenleven echt belemmeren omdat ze enorm veel tijd in beslag nemen en je partner amper nog buiten komt, dan geef je beter duidelijk aan dat er hulp moet worden gezocht. Bij de therapie wordt ook de partner of andere huisgenoten actief betrokken. We bereiden hen onder meer voor op woedende reacties die kunnen ontstaan, zeker in het begin.”

Hoe hou je het leefbaar?

Poetsdwang of een andere dwangstoornis verdwijnt nooit, maar je kan ze leren beheersen. Belangrijk is wel dat je zelf inziet dat er een probleem is en je gemotiveerd bent om er wat aan te doen. Jos Jazie: “Intensieve cognitieve gedragstherapie heeft de meeste slaagkans. Dat is geen kwestie van jaren, maar van enkele weken of maanden voor je resultaat boekt. De behandeling start met een haarfijne uitleg van wat een dwangstoornis inhoudt. Bij dit cognitieve deel leert een gedragstherapeut je inzien waarom je bepaalde zaken doet. Dit dwangmechanisme is erg complex en werkt volgens twee denksystemen: het gezonde denken en het dwangdenken. Dat laatste maakt slim gebruik van het gezonde denken om dwanghandelingen te verantwoorden. Hoe intelligenter iemand is, hoe moeilijker de behandeling. Zo iemand slaagt er namelijk beter dan wie ook in om vanuit zijn gezonde denken vernuftige argumenten aan te dragen voor zijn dwangmatig gedrag.”

Mark: “Ik spoel de vaat uit de afwasmachine altijd nog eens na, gewoon om zeker te zijn. Mijn vrouw lacht daar om.

Als dat inzicht er is, volgt er onder begeleiding van een therapeut een zogeheten exposure training met responspreventie (ERP), waarbij een poetsdwanger stapsgewijs wordt blootgesteld aan zijn angsten. Jos Jazie: “Een oma wil bijvoorbeeld dolgraag haar kleinkinderen opvangen maar kan dat niet omdat ze compleet gestresst raakt bij de gedachte dat de kleintjes haar smetvrije woning overhoop halen. Ze wil er echt vanaf omdat ze hierdoor mooie momenten met de kleinkinderen mist. Dan bekijken we met haar op welke manier het haalbaar is om zonder stress haar kleinkinderen in huis te hebben. Dat kan zijn door te starten met een uurtje speeltuin, gevolgd door pannenkoeken aan de keukentafel. Door haar dat een paar keer onder begeleiding van een therapeut te laten ervaren, ontdekt ze zelf dat ze dat risico best kan nemen. Later kan dat verder worden uitgebreid en mogen de kleinkinderen ook eens in de woonkamer spelen en wat spullen verplaatsen. Dat betekent niet dat al haar poetsrituelen verdwijnen. Dat hoeft ook niet. Alle dwanghandelingen wegnemen, zou haar een naakt gevoel geven.”

Wanneer schoonmaken een obsessie wordt...
© BELGAIMAGE

Daarnaast wordt mensen met poetsdwang aangeleerd om op een andere manier te gaan poetsen. Jos Jazie: “We trainen hen bijvoorbeeld om een uur lang de vloer dweilen terug te brengen tot 20 minuten, zodat rituelen minder tijd in beslag nemen. Wat ook kan ondersteunen, is een andere uitlaatklep zoeken waar je zonder problemen dwangrituelen in kwijt kan en je zo de spanning vermindert. Zo leerde een psychiater met dwanggedachten zich op zijn tuin te focussen, die hij nauwgezet onderhield. Dat ritueel bracht hem rust, zonder dat het storend werd voor zijn huisgenoten. Wanneer de dwanggedachten opkomen letterlijk je aandacht verleggen, is een andere techniek. Dat kan bijvoorbeeld door dan gericht muziek te beluisteren of actief een gesprek te voeren. Op dat moment kunnen je hersenen met niets anders bezig zijn.”

Anita: “Ik lap wekelijks de ramen in dezelfde volgorde, waarbij ik elk raam vijf keer aftrek.

Hoe komt het dat mensen thuis geen stofje tolereren, maar op kantoor in de rommel werken?

Dat is logischer dan het lijkt. Jos Jazie: “Heel wat mensen met poetsdwang raken fysiek uitgeput door hun intensieve schoonmaakwerk, waardoor ze zich uiteindelijk moeten beperken tot één plek of tot zichzelf. Daar stoppen ze dan al hun energie in omdat méér niet haalbaar is. Zo bezocht ik ooit een dame met een keuken waar je van de vloer kon eten, terwijl je voetje voor voetje door de rest van het huis moest manoeuvreren omdat vuilnis zich torenhoog had opgestapeld. Een situatie van poetsdwang die later werd gecombineerd met verzameldwang. Het is ook typisch voor mensen met poetsdwang om heiligdommen te hebben die met hand en tand worden afgeschermd. De badkamer of de keuken bijvoorbeeld. Sommigen hebben zelfs een toonkeuken én een werkkeuken. Als partner ga je daar beter niet in mee want de kans bestaat dat de heiligdommen verder uitbreiden.”

Partner Content