© BELGAIMAGE

De wegcode in beweging

Je plaats opeisen in het verkeer, de verkeersregels kennen, de juiste snelheid aanhouden, verkeersborden herkennen, weten hoe het in het buitenland moet,... De wegcode is voortdurend in beweging. Je kan dus maar beter mee zijn.

“Ik heb enkel een theoretisch examen moeten afleggen om mijn rijbewijs te krijgen. Destijds bestond er nog geen praktisch rijexamen”, vertelt Michèle, 68 jaar. “Ik weet wel dat de wegcode sindsdien enorm geëvolueerd is.” Verzekeringsmaatschappijen wijten 70% van de verkeersongevallen dan ook aan een gebrekkige kennis van de wegcode.

Basisregels niet altijd gekend

De nieuwe fietsborden zijn amper gekend (zie verder), evenmin als de voorrangsregels voor het openbaar vervoer. Een onderzoek van de VAB toont aan dat veel automobilisten niet weten hoe ze zich moeten gedragen als er bijvoorbeeld een tram hun pad kruist. Het is nochtans simpel: de tram heeft altijd voorrang, ook al rij jij op een voorrangsweg of heb je voorrang van rechts.

En wat als een bus de halte verlaat? Die heeft dan weer enkel voorrang in de bebouwde kom. Daar moet je hem als automobilist voorlaten. Buiten de bebouwde kom (dit begrip wordt verder toegelicht), moet de bestuurder van de bus wachten tot de baan vrij is, voor hij mag invoegen.

Er is busstrook en busstrook

We willen er toch nog even aan herinneren dat ook andere voertuigen, in sommige gevallen, gebruik mogen maken van de busstrook. Bijvoorbeeld als er een obstakel op de weg opduikt waar je omheen moet rijden, of om bij een parkeerplaats of op je oprit te raken, en vooral als je een kruispunt nadert en je wilt afslaan. Maar wat als het een busstrook in eigen bedding betreft, gescheiden door een ononderbroken witte lijn, of met een dambordmarkering op de weg? Een eigen busbedding mag je nooit gebruiken, ook niet als je bij het volgende kruispunt wilt afslaan.

70 in Vlaanderen, 90 in Wallonië

Nu de verkeersveiligheid geregionaliseerd is, rijden we in ons land niet meer overal aan dezelfde snelheid. In Vlaanderen mag je sinds 1 januari 2017 buiten de bebouwde kom nog maar 70 km/uur rijden, in Wallonië bleef 90 km/u behouden. Nu 70 in Vlaanderen de norm is, werden intussen al 30.000 verkeersborden met 70 erop uit het straatbeeld verwijderd. Ze hebben immers geen reden van bestaan meer. Uiteraard zijn er nog plekken waar je ook in Vlaanderen 90 mag rijden, maar dat staat dan wel aangegeven.

Verder is de snelheid binnen de bebouwde in heel België 50 km/u gebleven, dus ook in het volledige Brusselse gewest. De verkeersborden F1 en F2 geven het begin en einde van de bebouwde kom aan. Daartussen geldt 50 km/u, ook al zie je niet noodzakelijk een verkeersbord met 50 erop in het straatbeeld opduiken. En in een zone 30 geldt uiteraard dat je maar 30 km/u mag rijden tot de zone wordt opgeheven.

De maximumsnelheid van 120 km/u op snelwegen, maar ook op wegen van 2×2 rijstroken gescheiden door een middenberm of doorlopende wegmarkering, is voldoende gekend. Maar er geldt ook een minimumsnelheid van 70 km/u. Gelukkig worden mensen die dagelijks op de snelweg in de file staan, hier niet op beboet.

Het dambord is geen bordspel

Hoe moet je je gedragen op dambordmarkeringen te midden een kruispunt met tram- en buslijnen? Die bakenen de stroken af die voorbehouden zijn voor het openbaar vervoer en hebben geen enkele invloed op de voorrangsregels die op dat kruispunt gelden. Alleen mag je op die dambordmarkering niet parkeren en evenmin stilstaan, ook niet als je ze wilt kruisen en daarbij gehinderd wordt.

Richtingaanwijzer, waarom?

Vier op tien automobilisten gebruiken hun richtingaanwijzer niet als ze een straat inslaan, blijkt uit onderzoek van Touring. “Vooral op op- en afritten van snelwegen blijken ze in onbruik te raken, zeker als automobilisten bijna niet moeten afremmen.” Voor Touring brengt dit rijgedrag andere weggebruikers in gevaar, vooral dan zij die achterop rijden, zoals motorrijders. Touring ziet drie mogelijke redenen waarom we zo laks met onze richtingaanwijzers omspringen: “De automobilist kent het verkeersreglement niet, hij is nonchalant of van slechte wil, of hij is verstrooid omdat hij met zijn smartphone of gps bezig is.”

Wat staat daar op dat bord?

Een aantal nieuwe en al gekende verkeersborden doen menig automobilist toch de wenkbrauwen fronsen.

De wegcode in beweging

Deze auto lijkt met een teletijdmachine naar een andere wereld te worden geflitst, maar het bord betekent niets anders dan Gevaar voor mist.

En dan is er dat bord waarop een kwal voorbij lijkt te zwemmen, maar dat niets anders wil zeggen dan koplampen aansteken.

De wegcode in beweging

Dit bord zie je wel vaker op snelwegen. Het betekent niets minder dan Verboden toegang voor voertuigen die gevaarlijke goederen vervoeren.

De wegcode in beweging

Raar maar waar, ook dit bord maakt nog deel uit van de wegcode: Verboden toegang voor bestuurders van handkarren.

In steden als Antwerpen en Brussel heeft het bord met de puffende auto (foto hiernaast) zijn intrede gedaan. Het geeft aan dat je een LEZ binnenrijdt, een Lage Emissie Zone. De hele hoofdstad is zo’n LEZ. Om de luchtkwaliteit te verbeteren worden vandaag auto’s zonder Euro-norm of met Euro1-norm gebannen. Die norm zal met de jaren strenger worden. Dit jaar gaat het om 5.000 dieselwagens die in de hoofdstad zijn ingeschreven, volgend jaar zijn het er 13.000. Camera’s met nummerplaatherkenning waken over de toepassing ervan. De boete bedraagt 350 euro.

Ritsen is niet invoegen

Het ritsprincipe blijft bij automobilisten voor verwarring zorgen. Eén op vier bestuurders weet niet wat deze verplichting exact inhoudt. Even je geheugen opfrissen? Het ritsprincipe moet je toepassen als een rijstrook onderbroken wordt en je bijvoorbeeld van drie naar twee rijstroken moet. De bestuurders op de rijstrook die wegvalt, rijden tot het einde en voegen dan in op de rijstrook die verder loopt. Bestuurders op deze rijstrook moeten er dan één voor één een bestuurder tussen laten. Een snelweg oprijden geldt echter als invoegen, niet als ritsen. De auto’s op de snelweg zijn dus niet verplicht je er tussen te laten.

Middenstrookrijders ergeren

Middenstrookrijders zijn autobestuurders die op de snelweg beslag leggen op het middenvak en daar niet meer weg te slaan zijn, ook al is er ruimte zat op het rechter rijvak. Gedrag dat door andere automobilisten als bijzonder ergerlijke wordt ervaren, zo blijkt uit peilingen. Gedrag dat bovendien een overtreding eerste graad op de wegcode is en je vandaag 58 euro en binnenkort 116 euro kost als de politie je op de bon slingert. Je pakkans? Elk jaar stelt de politie zo’n 2.000 pv’s op voor onrechtmatig gebruik van de middenstrook.

Fietsers mogen door het rood

De wegcode in beweging
© GETTY IMAGES

“Vandaag baren de borden B22 (foto hierboven) en B23 automobilisten de meeste kopzorgen”, weet Benoît Godart, woordvoerder van Vias (vroeger BIVV). De nieuwe regels zijn vooral van belang voor fietsers en voetgangers. Hou jij er rekening mee? Bij een bord B22 mag een fietser door het rood of oranje rijden om rechts af te slaan. Op voorwaarde evenwel dat die fietser voorrang verleent aan de andere weggebruikers die zich al op de rijweg bevinden. Het bord B23 laat fietsers dan weer toe om door rood of oranje te rijden als ze rechtdoor moeten. Dat bord mag enkel worden gebruikt als de fietsers op die plek geen verkeersstromen moeten dwarsen. Je vindt deze borden vooral in Brussel, maar ze worden ook uitgerold in andere grote steden in ons land.

Leve de fietsstraat

De wegcode in beweging

Sinds een paar jaar is in de wegcode ook het begrip ‘fietsstraat’ opgenomen. Wat voor straat? Een straat waar zowel auto’s als fietsers mogen rijden, maar waar het weggedrag van auto’s en vrachtwagens ondergeschikt is aan dat van de fietsers. Auto’s en vrachtwagens moeten hun snelheid aanpassen (max. 30 km/u) en mogen fietsers niet inhalen. Fietsers mogen de volledige breedte van de rijbaan gebruiken. Het principe achter de fietsstraat? Fietsers zijn weggebruikers als alle andere en moeten in smalle straten, waar auto’s hen moeilijk voorbij kunnen zonder dat hun veiligheid in het gedrang komt, hun plek midden op de rijweg kunnen opeisen. En dan zijn er nog de éénrichtingstraten waar fietsers in beide richtingen mogen rijden, dus ook tegen de rijrichting van de auto’s in.

De wegcode in beweging

Als de rotonde maar niet vierkant draait

Eén op de acht bestuurders kent de voorrangsregels op de rotonde niet, zo blijkt uit een recente Vias-enquête. En twee op de drie automobilisten denkt dat je op een rotonde verplicht op de uiterst rechtse rijstrook moet rijden.

Toch liegen de statistieken er niet om: elk jaar gebeuren op rotondes 500 ongevallen met verkeersdoden of gekwetsten. Dat is ‘slechts’ 1,2% van alle verkeersongevallen. Ter vegelijking: 15% van alle ongevallen gebeuren op kruispunten met een stop of waar je voorrang moet verlenen.

Dit zijn de spelregels op de rotonde

B1
B1

Stoppen voor je een rotonde oprijdt hoeft niet altijd. Verkeersbord B1 (hiernaast) verplicht je enkel om voorrang te verlenen aan de voertuigen die zich al op de rotonde bevinden.

B5
B5

Alleen bij B5 moet je echt stoppen en voorrang verlenen. Je hoeft evenmin je richtingaanwijzer te gebruiken als je de rotonde oprijdt.

Moet je de rotonde niet meteen verlaten, dan rij je idealiter op de linker rijstrook. Moet je er wel meteen weer af, dan blijf je best op de rechter rijstrook. Maar let op voor de automobilisten die links rijden en ook de rotonde willen verlaten. Ze hebben wel geen voorrang, maar zouden je wel eens de pas kunnen afsnijden.

Wanneer je de rotonde verlaat, moet je dat verplicht aangeven met je rechter richtingaanwijzer. Bevind je je op dat moment op de linkerrijstrook van de rotonde, dan moet je zoals gezegd wie zich op de rechter rijstrook bevindt voor laten gaan. En kijk bij het verlaten van een rotonde altijd uit voor fietsers.

Rijden in het buitenland, een Babelse verwarring

‘Waarom zetten Belgen hun bril af bij een alcoholtest? Dat is dan al twee glazen minder’. Het is een mopje dat onze Franse buren graag over ons vertellen. Humor is dan wel universeel, de verkeersregels zijn dat niet, ook niet binnen Europa. Neem nu alcohol achter het stuur. Binnen Europa varieert het toegelaten alcoholgehalte in het bloed (uitgedrukt in g/l) van 0 tot 0,9 g/l. In Roemenië, Slovakije, Tsjechië en Hongarije geldt een nultolerantie. In België en de ons omringende landen ligt de grens op 0,5 g/l (dat is één of twee pintjes). Ook in een aantal landen waar veel Belgen op vakantie gaan, zoals Spanje, Portugal, Italië en Griekenland, ligt de limiet op 0,5 g/l. Maar wij Belgen kijken toch maar beter uit, want in een recente studie geeft 43% van ons toe dat we de voorbije 12 maanden onder invloed van alcohol hebben gereden. Daarmee staat België op de laatste plaats van een internationale ranking van 38 landen!

Brilglazen op, laat je rijden

En dan zijn er nog die andere glazen, die van je bril. Rij je over Europese wegen, dan ben je verplicht om een reservebril in je auto te hebben in Frankrijk, Duitsland, Portugal, Spanje, Oostenrijk en Zwitserland. Een regel die we in België niet kennen. Onze wegcode stelt dat je minstens een binoculaire gezichtsscherpte van 5/10 moet hebben om te mogen rijden. Iets minder dan de helft van de Belgen weet dat hierover iets in de wet staat, maar slechts 15% weet exact hoe goed je moet zien.

België is daarentegen één van de weinige landen waar je een brandblusser in je auto moet hebben (en een fluovestje, en een gevarendriehoek, en een verbanddoos). In landen als Frankrijk is de brandblusser niet verplicht, maar wel aangeraden. En als je in Kroatië en Slovenië rondtoert, heb je best een volledige set reservelampjes bij de hand.

Deze en andere lokale gebruiken vind je netjes opgelijst op de website ec.europa.eu/transport/road_safety

Partner Content