© ISTOCK

Nieuw erfrecht schept kansen voor nieuw samengestelde gezinnen

Sinds 1 september 2018 doe je met de helft van je nalatenschap wat je zelf wil. Dat is niet alleen goed nieuws, het schept ook mogelijkheden voor nieuw samengestelde gezinnen.

Eindelijk doe je met (de helft van) je erfenis wat je wil

Vroeger hing het deel van je vermogen waarover je vrij kon beschikken af van het aantal kinderen dat je had. Voortaan doe je met de helft wat je wil. Je kan die helft aan een ver familielid of een vriend nalaten. Maar het opent ook perspectieven voor nieuw samengestelde gezinnen, want nu kan je de kinderen van je nieuwe partner en je eigen kinderen gelijk behandelen, wat vroeger niet kon.

Stel, je hebt twee kinderen uit een vorig huwelijk en je nieuwe partner ook. Vroeger kon je de kinderen van je partner in dat geval slechts een zesde van je vermogen nalaten. Vandaag kan je je pluskinderen elk een vierde nalaten, net als aan je eigen kinderen.

Check je testament

Wel moet je uitkijken met ‘het grootst beschikbare deel’. Want de hervorming van het erfrecht is op dat vlak niet zonder gevolgen. Nu het nieuwe erfrecht in voege is getreden, doe je er daarom goed aan je testament te checken. Waarom? Heb je in je testament laten opnemen dat ‘het grootst beschikbare deel’ naar je pluskind gaat, dan zou dat vandaag wel eens averechts kunnen uitdraaien.

Stel, je hebt twee kinderen uit een vorig huwelijk. En je tweede partner heeft ook een kind uit een vorige relatie. Een kind dat je als je eigen kind bent gaan beschouwen en waarvan je vindt dat het recht heeft op een deel van je erfenis. Onder het vroegere erfrecht hadden je twee kinderen uit je eerste huwelijk elk een voorbehouden erfdeel van een derde. Ze hadden dus elk recht op een derde van je vermogen. En dus liet je destijds een testament maken waarin je ‘het grootst beschikbare deel’ – toen het resterende derde – legateerde aan het kind van je partner. Onder de nieuwe erfwet bedraagt dat ‘grootst beschikbaar deel’ echter niet langer een derde, maar wel de helft. Dat betekent dat het kind van je partner door je testament vandaag de helft van je vermogen zou krijgen en je eigen kinderen samen de andere helft, dus elk een vierde. Dat zou wel eens heel slecht kunnen vallen. Een wijziging van je testament is hier dus absoluut aangewezen.

Plusouders en -kinderen niet langer van elkaar afhankelijk

Tot voor de hervorming, hingen kinderen uit een vorige relatie, bij het overlijden van hun ouder, voor de erfenis ‘vast’ aan de nieuwe partner, wat vaak aanleiding gaf tot conflicten. Een voorbeeld? Een man overlijdt. Hij had twee kinderen uit een vorig huwelijk en was hertrouwd. Tot voor kort erfden zijn twee kinderen de blote eigendom van zijn nalatenschap, zijn tweede echtgenote erfde het vruchtgebruik. Zijn eigen kinderen konden pas volle eigenaar worden van hun vaders nalatenschap, als ook de tweede echtgenote overleden was. Vandaag kunnen zowel de tweede echtgenote als haar pluskinderen vragen om dit vruchtgebruik om te zetten. Ze hoeven daarvoor niet naar de rechtbank te gaan, ze moeten enkel hun wil uitdrukken. Bij betwisting kan de rechter die omzetting niet weigeren, wat hij in het verleden wel kon. Wel heeft de tweede echtgenote nog een vetorecht voor de omzetting van het vruchtgebruik op de gezinswoning en de huisraad.

Nieuw erfrecht schept kansen voor nieuw samengestelde gezinnen
© ISTOCK

De blote eigenaars (de pluskinderen) en de langstlevende echtgenoot bepalen zelf hoe ze het vruchtgebruik omzetten. Bij onenigheid wordt het omgezet in een deel van de nalatenschap in volle eigendom. Hoeveel dat aandeel bedraagt, wordt bepaald aan de hand van omzettingstabellen die elk jaar in het Belgisch Staatsblad worden gepubliceerd. Een voorbeeld: een weduwe, twee pluskinderen, een gezinswoning en een beleggingsportefeuille met een waarde van 200.000 euro die in de huwgemeenschap zit. De weduwe krijgt het vruchtgebruik van het huis en het vruchtgebruik op de helft van de portefeuille (100.000 euro). Maar de pluskinderen vragen de omzetting van hun deel dat niet slaat op de gezinswoning, de omzetting dus van de blote eigendom van de portefeuille (van elk 50.000 euro). Hoe gebeurt nu zo’n omzetting? Stel dat de weduwe 65 jaar is. Dan is haar vruchtgebruik volgens de huidige tabellen 20,26% waard en de blote eigendom 79,74%. De weduwe krijgt dan 20.260 euro (20,26% van 100.000) en de kinderen elk 39.870 euro (79,74% van 50.000 elk).

Hoe bescherm je je kinderen uit een vorige relatie?

Koppels met kinderen uit een vorig huwelijk kunnen in hun huwelijkscontract een beding opnemen waardoor ze elkaars erfrecht verminderen en maximaal beperken tot het vruchtgebruik op de gezinswoning en de huisraad. Zoiets heet het Valkeniersbeding. Ze kunnen dat doen als ze trouwen of later via een wijziging van hun huwelijkscontract. Voortaan kunnen ze nog een stapje verder gaan en afspreken dat de langstlevende het vruchtgebruik op de gezinswoning en de huisraad niet erft, wat in het voordeel is van de kinderen uit de vorige relatie. In dat geval krijgt de langstlevende echtgenoot vanaf het overlijden van de partner wel altijd zes maanden het recht om in de woning te blijven wonen en de huisraad te gebruiken. Dat recht kan je elkaar niet ontnemen in het huwelijkscontract.

Hoe laat je je pluskind erven?

Wettelijk gezien erven pluskinderen niet automatisch van hun plusouders. Wil je iets nalaten aan je pluskinderen, dan moet je een testament maken. Door dat testament zullen je pluskinderen hetzelfde tarief erfbelasting betalen als je eigen kinderen. In Brussel en Wallonië moeten de plusouders gehuwd zijn of wettelijk samenwonen. In Vlaanderen gelden de lagere tarieven voor erfbelasting ook voor pluskinderen van feitelijk samenwonende partners die minstens één jaar effectief samenwonen.

Als er een gemeenschappelijk vermogen is, erft een pluskind onrechtstreeks een stuk van zijn plusouder. Het is immers automatisch erfgenaam van zijn echte ouder. Stel dat jij als plusouder de enige kostwinner bent van het gezin, dan vallen bij het wettelijk stelsel jouw beroepsinkomsten in de huwelijksgemeenschap. Als de echte ouder van je pluskinderen overlijdt, dan zit de helft van jouw beroepsinkomsten in zijn/haar nalatenschap.

Vruchtgebruik/Blote eigendom

Vruchtgebruik + blote eigendom = volle eigendom. De vruchtgebruiker van een huis mag erin blijven wonen, ook al verkoopt de blote eigenaar het aan iemand anders. De vruchtgebruiker mag ook de opbrengst innen, wat in het geval van een huis wil zeggen dat hij het mag verhuren.

Partner Content