© ISTOCK

Wat met je spaargeld in 2018

Een spaarboekje brengt niets meer op, de rente op obligaties is erg magertjes, op de beurzen dreigt een correctie. Hét advies van onze drie beleggingsspecialisten voor 2018? Geduld oefenen!

Mag je als spaarder eindelijk hoop koesteren? Zal de rente op spaarboekjes in 2018 opnieuw stijgen? Het is een vraag waar we niet omheen kunnen als we het over beleggen hebben en dus leggen we ze voor aan onze experts. Neen de rente op spaarboekjes zal niet stijgen, zeggen ze unaniem. “Het rendement op spaarboekjes hangt nauw samen met het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank”, legt Marc Danneels, Chief Investment Officer bij Beobank uit. “En dat beleid zal het komende jaar niet veranderen. De ECB heeft immers onlangs haar plan voor het terugkopen van financiële activa verlengd, zij het in beperktere mate, en dat tot september 2018. Ze zal haar belangrijkste rentevoet, die momenteel 0% bedraagt en bepalend is voor het rendement op spaarboekjes, dus pas ten vroegste in 2019 opnieuw langzaam optrekken.”

Een geografische spreiding in diverse soorten activa is een verstandige keuze.

Koopkrachtverlies

Heb je je geld op een spaarboekje staan, dan zal je volgens Etienne de Callatay, hoofdeconoom bij Orcadia Asset Management, dus ook in 2018 en 2019 aan koopkracht inleveren. De interest zal immers niet volstaan om de inflatie – in België momenteel circa 2% – te compenseren. “Dat moet spaarders doen nadenken over wat ze kunnen beleggen op lange termijn.” In de huidige financiële context bestaat er namelijk geen enkel alternatief dat dezelfde troeven heeft als een spaarboekje, maar net dat tikkeltje meer opbrengt.

Een spaarder die zijn eerste stappen zet op de financiële markt kijkt spontaan richting obligaties, omdat die traditioneel als minder risicovol worden gezien. Een heel slecht idee, vindt Etienne de Callatay: “Ze brengen niet alleen erg weinig op, ze zijn ook nog eens buitensporig duur.” In tal van landen uit de Eurozone bedraagt het jaarlijkse rendement op staatsobligaties op 10 jaar minder dan 1%. “En elke rentestijging, hoe beperkt ook, kan de koers van de obligaties doen zakken”, waardoor je verplicht bent nog jaren een belegging in portefeuille te houden die erg weinig opbrengt. En die binnen drie tot vier jaar misschien zelfs minder opbrengt dan een spaarboekje.

Hoogrentende obligaties

Vincent Juvyns, Global Market Strategist bij J.P.Morgan Asset Management, wijst er evenwel op dat de obligatiemarkt ruimer is dan enkel staatsbons en dat er meer rendement te vinden is, op voorwaarde dat je kan leven met meer risico en meer volatiliteit. “In de Verenigde Staten halen schulden of obligaties van speculatieve bedrijven een rendement van ruim 5% op vier jaar.”

Marc Danneels denkt ook aan obligaties uit opkomende landen. Wie obligaties uitgeeft in Braziliaanse real om er lokale activiteiten mee te financieren, kan 7% tot 8% rendement per jaar bieden. Actieve beleggers kunnen misschien zelfs een meerwaarde halen uit obligaties uit groeilanden, denkt Vincent Juvyns. “Nu de inflatoire en monetaire spanningen in de groeilanden afnemen, kunnen de lokale centrale banken overwegen om de rente te verlagen.”

Voor wie zich vandaag op de obligatie-markt wil wagen, is een actief beheer trouwens een must, vindt Marc Danneels. De huidige lage rentevoeten en de nooit eerder geziene maatregelen die de centrale banken de voorbije 10 jaar hebben genomen, zorgen voor onzekerheid. De belegger is dus verplicht te goochelen met het vooruitzicht op een geleidelijke stijging van de rentevoeten.

Aandelen onder gunstig gesternte

Die paar opportuniteiten niet te na gesproken, geven onze drie specialisten absoluut de voorkeur aan aandelen. Etienne de Callataÿ benadrukt dat de economische en financiële context gunstig is voor aandelen. “Met de groei gaat het momenteel de goede richting uit, wat de winsten schraagt. De lage rentevoeten drukken de financiële lasten van de bedrijven en maken aandelen aantrekkelijker.” De econoom voegt er evenwel aan toe dat de aandelenmarkten duur gewaardeerd zijn. Iets wat Vincent Juvyns dan weer nuanceert. “Op Wall Street bedraagt de koerswinstverhouding om en bij de 18. Dat is meer dan het historische gemiddelde van 16, maar niet genoeg om van een zeepbel te spreken. Bovendien profiteren aandelen duidelijk van een gunstig gesternte. Het monetaire beleid blijft globaal gezien inschikkelijk, de inflatie blijft onder controle en de wereldeconomie schakelt een versnelling hoger met een groei van 3,5% tot 4%. Een goede zaak voor bedrijfswinsten en de dividenden die worden uitgekeerd.”

Nu de economische groei op het oude continent aantrekt, heeft Marc Danneels vooral veel vertrouwen in de Europese beurzen. Een visie die door de andere experts wordt gedeeld. Vincent Juvyns verduidelijkt dat Europese aandelen in 2018 een dividendrendement van 3% zullen halen, waardoor je bij volatiele koersen geduldig kan afwachten.

Lange beleggingshorizon

“Je weet nooit wanneer de volgende crash er aankomt”, verduidelijkt Etienne de Callataÿ. Voorzichtigheid is dus geboden nu Wall Street al sinds maart 2009 onafgebroken aan het stijgen is (d.w.z. zonder een terugval van minstens 20%) en bezig is aan de op één na langste klim uit zijn geschiedenis.

“De geringste economische of geopolitieke stress kan opnieuw voor volatiliteit op de beurzen zorgen”, erkent Marc Danneels. Een reëel risico op een terugval, waartegen de belegger zich kan wapenen met een beleggingsstrategie op lange termijn, verduidelijkt Etienne de Callataÿ. “Historisch bekeken zal een aandelenpakket op een dag meer waard zijn dan vandaag. Dat kan al morgen zijn, maar evengoed over een jaar of binnen 10 jaar. Alvorens zich op de beurs te wagen, moet de spaarder zich dus afvragen of hij zijn beleggingen lang genoeg in portefeuille kan houden.” En hij moet voor ogen houden dat aandelen nu eenmaal volatiel zijn.

Vincent Juvyns wijst erop dat de beurzen de voorbije 10 jaar wereldwijd een rendement van bijna 7% per jaar hebben neergezet, ondanks de zware terugval met 37% in 2008.

Klassieke diversificatie

Je beleggingen spreiden is volgens de strateeg van J.P. Morgan een must. “De crisissen in de Eurozone (2010-2012) en in de groeilanden (2014-2016) hadden enkel een regionale impact.” Een geografische spreiding in diverse soorten activa (aandelen, obligaties...) is dan ook een verstandige keuze. “Een gediversifieerde portefeuille heeft de voorbije 10 jaar 6,5% per jaar opgebracht en vertoonde minder volatiliteit dan enkel aandelen of enkel hoogrentende obligaties.”

Etienne de Callataÿ loopt daarentegen niet warm voor alternatieve beleggingen. “Het klopt dat een kortlopende belegging in dollars een hoger rendement kan opleveren, maar we hebben de voorbije jaren kunnen vaststellen dat de dollar in geen tijd 10% of 15% kan zakken. Olie en grondstoffen maken eveneens uiterst volatiele tijden mee.”

“Goud kan een manier zijn om te diversifiëren, maar zijn status van defensieve waarde is bedrieglijk. Vandaag is goud per troy ounce minder dan 1.300 dollar waard, in 2013 was dat nog 1.800 dollar”, weet Marc Danneels. “Alternatieve beleggingsstrategieën zijn niet per definitie defensief. Er bestaat een breed scala aan producten, maar die zijn doorgaans complex en ingewikkeld. De klant kent niet alle kneepjes van dergelijke producten.” Voorzichtig zijn is dus de boodschap, ook al omdat de Belgische banken vanaf volgend jaar de MiFID II-richtlijn (zie hieronder) moeten naleven.

Welke aandelen verdienen de voorkeur?

Vincent Juvyns, Global Market Strategist bij J.P. Morgan Asset Management: “Bankaandelen kunnen een aanrader zijn. De banksector kan zijn voordeel doen met de trage stijging van de rentevoeten, vooral die op lange termijn, om zijn rendabiliteit op te krikken. De economische groei zorgt trouwens voor meer bankactiviteiten en beperkt de verliezen op krediet (door niet-terugbetaling).” De strateeg van J.P. Morgan gelooft ook in technologie-aandelen. “Omdat ze mee profiteren van de snelle ontwikkeling van disruptieve technologieën, stijgen zowel hun omzet als hun winst snel.”

Waarom is vastgoed risicovol?

Etienne de Callataÿ, hoofdeconoom bij Orcadia Asset Management: “Belgen hebben een baksteen in de maag en de meesten onder ons bezitten een eigen huis. We beleggen dan ook graag in vastgoed, maar dat is niet zonder risico’s. Wie belegt in vastgoed, koopt vaak een pand in de buurt van zijn eigen woning omdat dit met het oog op de verhuur een stuk praktischer is. Maar daarmee doe je niet aan risicospreiding: je belegt in eenzelfde sector en binnen eenzelfde geografische zone. Je stelt je hele vermogen bloot aan onzekere factoren zoals rentevoeten of de eigenheid van een buurt, die plots in waarde kan dalen, bijvoorbeeld door een nieuwe vliegroute. Diversificatie blijft de hoeksteen om de risico’s van vermogensbeheer te beperken. Als de concurrentie uit Azië een bedreiging vormt voor je job of voor die van je kinderen, kan het bijvoorbeeld interessant zijn om in Azië te beleggen en zo een eventueel ontslag te compenseren.”

Een selectie van obligatiefondsen

Marc Danneels, Chief Investment officer bij Beobank: “De obligatiemarkt bulkt nog van de opportuniteiten, maar het is zaak die te kunnen grijpen, want sommige effecten zijn niet toegankelijk voor particuliere beleggers. In de huidige context is een actief beheer een must. Via haar Premium Funds Selection heeft Beobank een lijst opgesteld van actief beheerde obligatiefondsen:

  • Robeco Global Total Return Bond Fund
  • Amundi Funds Bond Global Aggregate
  • J.P. Morgan Global Bond Opportunities Fund
  • Carmignac Portfolio Unconstrained Global Bond
  • BlackRock BGF Fixed Income Global Opportunities Fund
  • La Française Multistratégies Obligataires

De voor- en nadelen van MiFID II

Tien jaar geleden werd de Europese richtlijn betreffende de markten voor financiële instrumenten – MiFID – ingevoerd. De richtlijn beoogde een omwenteling in de beleggingswereld, met onder meer een vergunningsplicht, de opdeling van de klanten in categorieën en het opstellen van een beleggersprofiel.

Vanaf 2018 zullen banken zich aan een nieuwe Europese richtlijn, MiFID II, moeten houden. “Die moet de belegger nog beter beschermen en voor nog meer transparantie zorgen”, verduidelijkt Marc Danneels. “Meer transparantie op het vlak van de kosten bijvoorbeeld, waarbij de klant een overzicht moet krijgen van alle kosten waaraan hij wordt blootgesteld.

Etienne de Callataÿ wijst er ook op dat retrocessies – de commissie die een beleggingsadviseur krijgt van de promotor van een beleggingsfonds – verboden worden, behalve voor nietonafhankelijke beleggingsadviseurs. Elke speler zal dus moeten kiezen tussen onafhankelijk blijven (voor de klant een waarborg voor kwaliteit) en retrocessies. Want die afschaffen zal voor een aanzienlijke winstderving zorgen, die enkel kan worden gecompenseerd door de kosten die de klant worden aangerekend.

Wat het aspect bescherming betreft, wordt het beleggersprofiel verder uitgebreid, zodat beleggingsadviseurs een nog beter zicht krijgen op de behoeften en de kennis van hun klanten. Die informatie zullen ze moeten aanwenden om het best mogelijke advies te geven, want elke aanbeveling zal moeten worden gemotiveerd aan de hand van een gepersonaliseerd verslag.

Beleggingsadviseurs lijken bereid om de uitdagingen van MiFID II aan te gaan en hun expertise echt ten dienste te stellen van hun klanten. Advocaten en de consultancybedrijven vrezen echter een verschraling van het productaanbod. De kans bestaat dat instellingen zich op hun eigen fondsen zullen terugplooien en fondsen van derden links zullen laten liggen. Beleggingsfondsen per profiel zullen wellicht verder worden uitgebouwd. Maatwerk zal dan voorbehouden zijn voor (erg) welgestelde klanten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content