Goed verzekerd in elke situatie

Voldoende verzekerd zijn geeft een veilig gevoel. Maar welke verzekeringen hebt u nodig? Verstandig kiezen uit de wirwar van mogelijkheden kunt u alleen als u heel precies weet hoe uw risicoprofiel eruitziet. Wij stellen u 12 concrete situaties voor en vermelden telkens welke polissen wenselijk, noodzakelijk en/of overbodig zijn. Mét tekst en uitleg.

In België zijn weinig verzekeringen wettelijk verplicht en toch is het aanbod groot. U kunt zich tegen zowat elk risico of elke schade indekken. Sommige mensen in het vak hanteren het principe dat u zich slechts moet verzekeren tegen die risico’s of schade waarvan u de financiële gevolgen niet zelf kunt dragen. Maar zo eenvoudig is het nu ook weer niet. Het komt er vooral op aan uw risico’s juist in te schatten. Afhankelijk van uw familiale situatie (alleenstaand, samenwonend, kinderen of niet), uw sociaal statuut (werknemer of zelfstandige), uw leeftijd en patrimoniale situatie (eigenaar of niet), zullen bepaalde risico’s meer en andere minder relevant worden.

Wettelijk verplicht zijn:

n de BA-verzekering auto. Iedereen die met een auto op de Belgische wegen rondrijdt, is verplicht zijn burgerlijke aansprakelijkheid te verzekeren.

n een verzekering tegen ziekte en invaliditeit via uw ziekenfonds. In Vlaanderen bestaat er ook een verplichte zorgverzekering. Ze dekt de niet-medische kosten in geval van zware zorgbehoevendheid.

n een verplichte arbeidsongevallenverzekering als u (huis)personeel tewerkstelt.

Alle andere verzekeringen zijn facultatief:

u kiest zelf of u ze neemt of niet. Volgens Erwin Cuyckens, verzekeringsmakelaar en zaakvoerder van het zakenkantoor Eggermont & Cuyckens, stelt u zichzelf daarbij het best de volgende vragen:

n welke risico’s loopt u als persoon in uw familiale situatie?

n welke risico’s loopt u door het bezit en het gebruik van een eigendom?

n welke risico’s loopt u door het gebruik van voertuigen?

n als u een eigen bedrijf hebt: welke risico’s loopt uw bedrijf door de uitoefening van de activiteiten?

Wilt u zich verzekeren, dan moet u niet naar een bepaald product vragen, maar opgeven welke risico’s u wilt laten verzekeren. Iemand die geen kinderen heeft loopt andere risico’s dan iemand die wel kinderen heeft. En afhankelijk van de levensfase waarin iemand zich bevindt, zal een bepaald risico acuter zijn. We illustreren dit aan de hand van een twaalftal concrete situaties.

Situatie 1: U bent alleenstaand en hebt geen kinderen

Bent u een alleenstaande zonder kinderen, dan hebt u eigenlijk geen belang bij een overlijdensverzekering, zelfs niet bij een schuldsaldoverzekering om uw woonlening verder af te betalen omdat de woning op zich al een voldoende waarborg is voor de schuld van de bank. Het risico van invaliditeit (ingevolge ziekte of ongeval) zal voor u des te belangrijker zijn. Immers, bij een invaliditeit kunt u volledig afhankelijk worden van derden die u moeten verzorgen en dit kan veel geld kosten.

Dus: neem zeker een invaliditeitsverzekering!

Situatie 2: U bent gehuwd of samenwonend en hebt geen kinderen

Een belangrijke vraag die u zich moet stellen, is de volgende. Welke zijn de gevolgen voor de overlevende partner als de andere overlijdt en zijn/haar inkomen wegvalt? Verdient de overblijvende partner dan zelf nog genoeg om in zijn of haar levensonderhoud te voorzien en de (eventuele) leningslast van de woonlening of de huurlast verder te betalen? Volgens Erwin Cuyckens moet u in een dergelijk geval kijken naar de vaste huishoudkosten die u hebt en nagaan hoeveel de overblijvende partner kan dragen zonder in te boeten op zijn of haar levensstandaard. Door het wegvallen van één van de partners zullen er vaste kosten zijn die verdwijnen. Denk bijvoorbeeld aan een deel van de lening die wegvalt omdat er een schuldsaldoverzekering is afgesloten. Andere vaste kosten zoals de verwarming van de woning blijven van toepassing. Gemiddeld vallen er 20% van de vaste kosten weg bij het overlijden van een van de partners. De andere 80 % blijven ten laste van de langstlevende partner. Om hem/haar gedurende een welbepaalde periode de nodige financiële ademruimte te geven om deze kosten te betalen, kan er vooraf een overlijdensverzekering worden afgesloten. Daarmee kan er een bepaald kapitaal worden verzekerd dat bij overlijden zal worden uitbetaald aan de langstlevende partner. Als we ervan uitgaan dat 20% van de vaste kosten wegvallen bij het overlijden van één van de partners, dan kan er een overlijdenskapitaal worden afgesloten gelijk aan drie- tot vijfmaal 80% van het laatste inkomen van de overleden partner. Op die manier moet de langstlevende partner zich gedurende 3 à 5 jaar geen financiële zorgen maken en kan hij de levensstandaard verderzetten. Is het jaarinkomen van de overleden partner bijvoorbeeld euro 40.000, dan kan er een overlijdenskapitaal van (40.000 x 80%) x 3 of 5 = euro 96.000 of euro 160.000 worden verzekerd. Als de langstlevende partner bereid is om aan levensstandaard in te boeten, dan kan er een kleiner kapitaal worden verzekerd.

Dus: denk aan een overlijdensverzekering!

Situatie 3: U bent gehuwd of samenwonend en u hebt kinderen

De risicoanalyse is dan vergelijkbaar met de vorige situatie met dien verstande dat u de kosten van de opvoeding en de studies mee moet opnemen in de berekening van de vaste kosten. Het spreekt voor zich dat het te verzekeren overlijdenskapitaal in deze hypothese een stuk hoger zal moeten zijn, wetende dat opgroeiende en studerende kinderen de overblijvende partner nog heel wat geld zullen kosten.

Dus: denk aan een overlijdensverzekering (en uiteraard een familiale – zie kader).

Situatie 4: Uw kinderen gaan op kot

U hoeft geen aparte verzekering te nemen. Als u een woning- of brandverzekering hebt afgesloten voor uw woning, dan is automatisch ook het kot dat u huurt voor uw kinderen gedekt. Voor schade die de kinderen veroorzaken aan derden blijven zij gedekt in de familiale polis van hun ouders.

Dus: u hoeft zich niet extra te verzekeren.

Situatie 5: U bent huurder van een woning

Huurt u een woning of appartement, dan bent u wettelijk verplicht om het gehuurde goed op het einde van de huur in de oorspronkelijke staat terug te geven. Als de gehuurde woning beschadigd wordt door een brand en u als huurder aansprakelijk bent, dan zal de brandverzekeraar van de eigenaar de betaalde vergoeding onherroepelijk van u terugeisen, desnoods via gerechtelijke weg. Tegen dit ‘verhaal’ van de verzekeraar van de eigenaar, kunt u zich als huurder beschermen door een speciale verzekering huurdersaansprakelijkheid.

Dus: sluit een brandverzekering (soms verplicht in de huurovereenkomst).

Situatie 6: U bent eigenaar van een woning

Bent u eigenaar van een woning of appartement, dan kan niet alleen het gebouw zelf vernietigd worden, maar ook de inboedel. Wilt u volledige zekerheid, dan moet u ervoor zorgen dat uw woning is verzekerd voor de volledige nieuwwaarde en de volledige inboedel. Bent u bereid een beperkt risico te nemen, dan kunt u zich beperken tot een verzekerd bedrag dat voor u volstaat om het ergste leed te lenigen. Hebt u bijv. een grote woning met 4 kamers die u nu nog enkel met uw partner bewoont (de kinderen zijn het huis uit), dan kunt u het verzekeren voor een kleiner bedrag als u na een schade een kleinere woning zou willen bouwen.

Wordt de buurt onveilig gemaakt door dieven, dan kunt u zich bijkomend verzekeren tegen diefstal, maar u kunt evengoed investeren in betere sloten of alarmsystemen zodat u geen bijkomende verzekering moet afsluiten.

Dus: sluit een brandverzekering, ook al heeft uw huurder er al één.

Situatie 7: U hebt een kostbare inboedel

U bent een kunstliefhebber en bezit enkele (heel) dure schilderijen. Of u bent antiekverzamelaar, of de trotse bezitter van kostbare juwelen...

In dat geval mag u niet twijfelen over een verzekering. U kunt uw kostbare inboedel mee laten verzekeren in uw brandpolis, maar vraag uw verzekeraar dat te doen tegen de ‘aangenomen waarde’. Dit is de waarde die u overeenkomt met uw verzekeraar en die apart van de rest van uw inboedel wordt vermeld.

Dus: denk aan een verzekering tegen de ‘aangenomen waarde’!

Situatie 8: U rijdt met de wagen

U bent dan wettelijk verplicht (u hebt geen keuze) een BA-autoverzekering af te sluiten. Deze verzekering dekt de schade aan derden en ook aan de inzittenden van het voertuig (behalve aan de bestuurder). Rijdt u met een nieuwe wagen, dan kunt u overwegen een omniumverzekering af te sluiten zodat al uw schade (dus ook eigen schade) verzekerd is. Ook hier wordt er te weinig aan risicoanalyse gedaan. Stel u zelf volgende vragen vooraleer u een omniumverzekering afsluit:

n wilt u zich bij een totaalverlies van de wagen een gelijkaardig voertuig aanschaffen of bent u met minder tevreden?

n hebt u een lening afgesloten voor de wagen? Als u geen omniumverzekering afsluit, zult u bij een totaal verlies verder moeten afbetalen voor iets dat u niet meer hebt. Bent u daar niet toe bereid, dan is een omnium aangewezen.

n beschikt u daarentegen over voldoende financiële middelen om een nieuwe wagen aan te kopen na een totaalverlies? Dan is een omniumverzekering niet altijd interessant. Veel hangt af van hoe hoog de premie is die u jaarlijks betaalt en hoe snel de verzekerde waarde daalt.

Dus: overweeg of een omniumverzekering in uw situatie nuttig is.

Situatie 9: U gaat op reis

Gaat u op reis en hebt u autopech in het buitenland of een ongeval op de skipiste, dan kunt u hiervoor een reisbijstandsverzekering afsluiten. Deze verzekering is vaak niet zo noodzakelijk als andere verzekeringen, maar kan heel goede diensten bewijzen als u bijvoorbeeld na een skiongeval gerepatrieerd moet worden. U kunt de reisbijstandsverzekering eventueel aanvullen met een annulatie- of bagageverzekering. Een annulatieverzekering dekt de kosten die u moet betalen als gevolg van het afgelasten van een geboekte reis. Als u een reis boekt kort voor de vertrekdatum, dan is een dergelijke verzekering minder nuttig. De kans dat er op die korte tijd iets gebeurt is immers kleiner. Een bagageverzekering dekt de kosten als gevolg van een verlies of diefstal van uw bagage op reis. Gaat uw bagage verloren op de luchthaven en is dit een fout van de luchtvaartmaatschappij, dan bent u automatisch verzekerd, zelfs zonder bagageverzekering.

Dus: neem een bijstandsverzekering en (eventueel) een annulatieverzekering.

Situatie 10: U stelt huispersoneel te werk

Stelt u huispersoneel (een poetsvrouw of tuinman) te werk, dan bent u verplicht een arbeidsongevallenverzekering af te sluiten. Dit wordt vaak vergeten, maar ook voor tijdelijk of in het zwart tewerkgesteld personeel, moet u een dergelijke verzekering afsluiten. Denk bijvoorbeeld aan uw vriend die u helpt bij het behangen, de occasionele babysit of uw buur die u helpt bij de barbecue. Bovendien bent u als ‘werkgever’ niet alleen verantwoordelijk voor ongevallen op de werkvloer, maar ook voor ongevallen op de weg van en naar het werk.

Dus: denk aan de verplichte arbeidsongevallenverzekering!

Situatie 11: U wordt gehospitaliseerd na een ongeval of ziekte

Een situatie die de laatste jaren ook steeds hoger scoort in de risicoanalyse is het risico op hospitalisatie door ongeval of ziekte. We stellen immers vast dat de ziekteverzekering steeds verder wordt afgebouwd waardoor de ziekenfondsen steeds minder tussenkomen en er meer ziekenhuiskosten ten laste van de patiënt vallen.

Meer en meer mensen gaan met vakantie naar exotische bestemmingen waar hospitalisaties veel geld kosten. Het ziekenfonds zal dan slechts voor een beperkt bedrag tussenkomen. Wie bijv. 3 weken in de VS of Canada (landen met dure medische zorgen) als buitenlander gehospitaliseerd wordt, kan gemakkelijk een factuur gepresenteerd krijgen van meer dan euro 50.000 waarbij het ziekenfonds voor ongeveer euro 10.000 zal tussenkomen. Een bijkomende verzekering dringt zich dan op.

Dus: denk eens na over een hospitalisatieverzekering.

Situatie 12: U stopt uw beroepsactiviteit

In deze hypothese, houdt u het best rekening met de zogenaamde pensioenbreuk. Dit is het verschil tussen uw laatste inkomen en het pensioenbedrag dat u zult krijgen. Als u vandaag bijv. 1000 euro verdient en u morgen (als u met pensioen gaat) terugvalt op een inkomen van 600 euro, dan is het duidelijk dat deze terugval pijnlijk kan zijn. Gaat u niet meer werken, dan zijn er natuurlijk ook een aantal kosten die u niet meer moet maken (bijvoorbeeld woon- werkverkeer, maatpakken,...) maar er zal altijd een terugval zijn. Wilt u deze terugval beperken dan moet u zorgen dat u in de loop van uw beroepsloopbaan hiervoor de nodige maatregelen hebt getroffen. Dit hoeft niet noodzakelijk via verzekeringen te gebeuren, maar kan ook door sparen of door een tweede woning te verhuren. U kunt de terugval ook beperken door allerhande levensverzekeringsformules (pensioensparen, levensverzekering, groepsverzekering).

Dus: verzeker u tegen de ‘pensioenbreuk’!

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content