© iStock

Zo laat je je kleinkinderen voordelig mee erven

De kleinkinderen kunnen het geld van de erfenis beter gebruiken dan hun ouders, wordt wel eens gezegd. Maar is dat wel zo? En hoe hou je alle generaties tevreden?

Vroeger ging het erfdeel van een kind dat de nalatenschap verwierp naar zijn broers en zussen. Sinds 2013 gaat dat erfdeel naar zijn kinderen. Die wijziging in het erfrecht maakte meteen een vrijwillige erfenissprong – ook wel generatiesprong genoemd – mogelijk. Als de tussengeneratie haar erfenis niet aanvaardt, wipt ze over naar de kleinkinderen. Dit gebeurt automatisch als een erfgenaam of legataris (aangeduid in een testament) bij de notaris of bij de griffie van de rechtbank van eerste aanleg zijn erfenis verwerpt. De beslissing om al dan niet tot een erfenissprong over te gaan, ligt dus helemaal bij de wettelijke erfgenaam of legataris, bij de tussengeneratie dus. De grootouders kunnen tijdens hun leven wel de wens uiten dat hun vermogen naar hun kleinkinderen gaat, ze kunnen hun wil niet opleggen.

In Vlaanderen maakt het fiscaal niet meer uit voor welke generatiesprong je kiest. In Brussel en Wallonië blijft een vrijwillige generatiesprong fiscaal duurder dan via testament.

Alles of niets

Hoewel dit een enorme stap vooruit betekent, heeft deze passieve erfenissprong toch nog enkele nadelen ten opzichte van een actieve generatiesprong waarbij grootouders zelf hun kleinkinderen begunstigen in hun testament. Zo kan je bij de passieve erfenissprong enkel de volledige erfenis verwerpen. Het is dus een verhaal van alles of niets. In de praktijk merken we echter dat kinderen vaak graag een stuk van de nalatenschap zouden doorschuiven naar hun eigen kinderen (de kleinkinderen van de overledenen), maar zelf ook nog wel een stuk willen behouden om hun pensioen aan te vullen.

Via de erfenissprong

Tot voor kort betaalden de kleinkinderen, wanneer de tussengeneratie de erfenis verwierp, niet minder erfbelasting ook al wordt die erfenis over verschillende personen verdeeld. De wet stelde immers dat ‘de schatkist niet benadeeld mag worden door een verwerping en dus de erfbelasting na de verwerping niet lager mag zijn dan de erfbelasting die de verwerper zelf had moeten betalen als hij niet verworpen had’. Het enige fiscale voordeel bestond erin dat het vermogen al meteen een generatie verder zat en het bij het overlijden van de tussengeneratie niet nog eens werd belast.

Deze regel is nog altijd van toepassing in Brussel en Wallonië. Maar Vlaanderen trekt sinds 1 januari 2018 een andere fiscale kaart, waardoor je wél een fiscaal voordeel doet als je een generatie overslaat.

Een voorbeeld.

Opa, die weduwnaar is, overlijdt en heeft één zoon, die op zijn beurt drie kinderen heeft. Opa’s vermogen bestond uit een huis met een waarde van € 450.000, waarvan hij de huur gebruikte om zijn pensioen aan te vullen en het woonzorgcentrum te betalen. Als de zoon het huis erft, betaalt hij in Vlaanderen € 73.500 erfbelasting. In het Waalse gewest bedraagt die € 74.250 en in het Brussels gewest € 73.300. Verwerpt de zoon zijn erfenis – zodat ze via de erfenissprong naar zijn drie kinderen gaat -, dan betalen zijn kinderen in Brussel en Wallonië samen nog altijd evenveel successierechten. In deze gewesten is er bij dit eerste overlijden dus geen fiscale optimalisatie, want de erfenis wordt dan wel in drie verdeeld, voor de fiscus blijft ze één geheel, belast aan hetzelfde tarief. De erfenis valt dus niet drie keer in de laagste schijven, zoals dat intussen in Vlaanderen wel het geval is. Het enige fiscale voordeel is, zoals gezegd, dat het vermogen een generatie doorschuift en bij het overlijden van de zoon niet opnieuw zal worden belast.

In welk gewest betaal je erfbelasting?

De erf- en schenkbelasting – Wallonië en Brussel hanteren nog de term successie- en schenkingsrechten – verschillen naargelang het gewest. Welke schenk- of erfbelasting je moet betalen, hangt af van de fiscale woonplaats van de overledene of de schenker. En dat is niet noodzakelijk de plaats waar iemand in het bevolkingsregister is ingeschreven. Je wettelijke domicilie geldt enkel als een vermoeden, je werkelijke woonplaats is bepalend. Erfgenamen van iemand die effectief aan de kust woont, maar nog onroerend goed in Wallonië bezit en zijn beleggingsportefeuille via een bank in Brussel laat beheren, zullen bij diens overlijden op de volledige nalatenschap in Vlaanderen belast worden.

Heeft de overledene de laatste vijf jaar voor zijn overlijden in verschillende gewesten gewoond, dan moet de aangifte gebeuren in het gewest waar hij in die periode het langst zijn fiscale woonplaats had.

In Vlaanderen valt de erfenis van de drie kinderen sinds 1 januari 2018 wél in de laagste schijven. Zij betalen elk nog slechts €10.500, samen € 31.500, of een besparing van € 42.000 ten opzichte van de € 73.500 vroeger. En het vermogen zit dan ook in Vlaanderen al bij de volgende generatie.

Via testament

Een deel van je vermogen rechtstreeks overdragen aan je kleinkinderen via een testament, sluit niet alleen goed aan bij wat jouw kinderen en kleinkinderen willen, het is ook fiscaal gezien interessant. In de drie gewesten wordt de erfbelasting in de rechte lijn immers berekend per erfgenaam. Hoe meer kinderen, hoe lager de erfbelasting. Dat komt omdat elk van die kinderen van de laagste tariefschijf kan genieten. En aangezien de kleinkinderen tegen dezelfde tarieven erven als de kinderen verschuldigd zijn, levert de spreiding van je erfenis over je kinderen en je kleinkinderen een mooie besparing op.

Het grote voordeel van een testamentaire erfenissprong in vergelijking met de vrijwillige erfenissprong, is dat het geen verhaal van alles of niets is. Hier kan de erflater in zijn testament een deel van zijn vermogen aan zijn kinderen nalaten en een ander deel aan zijn kleinkinderen. En alles kan vooraf mooi worden gepland, zodat de kleinkinderen niet afhankelijk zijn van het feit dat hun ouder al dan niet de nalatenschap aanvaardt. Ook in Wallonië en Brussel is dat fiscaal voordeliger.

Een voorbeeld.

We keren terug naar het voorbeeld van opa met zijn huis van ? 450.000. Stel dat de zoon aan opa vraagt om een testament op te maken, waarbij het huis rechtstreeks naar de drie kleinkinderen gaat. In principe heeft de zoon recht op een reservatair deel, met name de helft (dat blijft zo in het nieuwe erfrecht dat op 1 september 2018 van kracht wordt), maar dat hoeft hij uiteraard niet op te eisen. In dat geval zullen de drie kleinkinderen via testament (en niet via de erfenissprong) elk een derde van het huis erven, netjes opgedeeld in drie pakketjes van € 150.000, die telkens in de laagste schijven van de erfbelasting worden belast.

In ons voorbeeld betalen de drie kinderen samen € 31.500 erfbelasting in Vlaanderen. In Vlaanderen blijft de factuur ook na 1 januari 2018 ongewijzigd. Maar in de andere gewesten levert de testamentaire erfenissprong wél een fiscaal voordeel op. In Wallonië bespaart deze familie € 43.500 ( € 74.250 – € 30.750) en in Brussel € 44.650 ( € 73.300 – € 28.650).

Via testament zijn er ook andere combinaties mogelijk: de vader en de drie kinderen erven elk een vierde, of de vader erft het vruchtgebruik en de kinderen de blote eigendom, enz., iets wat bij de vrijwillige erfenissprong niet kan omdat gedeeltelijke verwerping verboden is.

Via een schenking

Wie een generatie wil overslaan hoeft uiteraard niet te wachten tot hij overleden is. Hij/zij kan dat ook door een deel van het vermogen rechtstreeks aan de kleinkinderen te schenken. Je kan als grootouder kiezen voor een handgift, een bankgift of een notariële schenking. Een notariële schenking is weliswaar de duurste oplossing, maar om onroerend goed (bv. een appartement) te schenken, moet je sowieso via een Belgische notaris passeren. Voor roerende goederen geldt in Vlaanderen en Brussel het voordelige, vlakke schenkingstarief van 3% tussen ouders en (klein) kinderen, in Wallonië is dat 3,3%.

Let op de reserve!

Als je ervoor kiest om rechtstreeks je kleinkinderen te bevoordelen, moet je rekening houden met de reserve van je kinderen: die kan je immers niet onterven. Je kan enkel het beschikbare deel – wat overblijft na de reserve – naar je kleinkinderen laten gaan. Momenteel is deze reserve nog de helft bij één kind, twee derden bij twee kinderen en drie vierden bij drie kinderen of meer. In het nieuwe erfrecht dat vanaf 1 september 2018 van toepassing wordt, zal het reservataire deel van de kinderen de helft bedragen, ongeacht het aantal kinderen.

We kunnen hier niet in detail treden, maar in het nieuwe erfrecht is het reservataire deel van de kinderen geen echt obstakel meer als de grootouders aan de kleinkinderen willen schenken en de ouders dat een goed idee vinden. Momenteel is het nog verboden om een overeenkomst te sluiten over een nog niet opengevallen nalatenschap, maar vanaf september dit jaar zal je wel een erfovereenkomst kunnen sluiten.

Erven is meer dan geld alleen

“Sinds mijn scheiding heb ik geen goeie relatie meer met mijn moeder”, vertelt Bérénice (43 jaar). “Mijn moeder sprak dan ook zelf de wens uit dat haar erfenis rechtstreeks naar mijn kinderen zou gaan. Ik aanvaard dit, weliswaar een beetje tandenknarsend”, vertelt ze er nog bij. “Ik heb het geld niet nodig. Ik werk niet meer voor mezelf, maar voor de toekomst van mijn kinderen. Financieel heb ik er dus vrede mee genomen. Maar het idee dat ik niet zal erven van mijn eigen moeder doet me iets. Het zegt veel over onze relatie.”

Erven heeft ook een symbolische waarde: het is een plechtig overgangsmoment.

“Mijn enige zoon heeft drie kinderen”, legt Michèle (67 jaar) uit. Ik heb hem een paar jaar niet gezien. Het gevolg van een conflict met mijn schoondochter. Ik heb toen mijn notaris om raad gevraagd. Gezien de omstandigheden wou ik dat mijn kleinkinderen mijn erfenis zouden krijgen en wou ik kost wat kost vermijden dat mijn schoondochter ervan zou profiteren. Ik weet dat ik mijn zoon niet helemaal kan onterven, toch niet zonder zijn toestemming. Maar ik kan wel de helft van mijn nalatenschap naar mijn kleinkinderen laten gaan. Omdat de relatie intussen wat hersteld is, ben ik stilaan terug aan het bijdraaien.”

Onzekere sandwichgeneratie

De redenen om een generatie over te slaan zijn divers. Volgens de Federatie van het notariaat beantwoordt de generatiesprong aan een maatschappelijke evolutie. Doordat mensen langer leven, erven hun kinderen vandaag eerder als ze 50 zijn dan als ze 30 ijn. Op 50 jaar heb je al een hele weg afgelegd: je bent getrouwd, je huis is afbetaald, je hebt een eigen bedrijf,... Vijftigplussers hebben vaak minder behoefte aan de erfenis dan hun kinderen die nog moeten starten.

Niet iedereen deelt die opvatting. Zo vindt Sylvie (56 jaar) het idee achter de erfenissprong absoluut niet rechtvaardig. “Ik ben het er niet mee eens dat de tussengeneratie zijn erfenis niet nodig zou hebben”, vindt ze. “Onze generatie steunt haar kinderen die soms lang studeren en moeilijk werk vinden. Daarnaast steunen we soms ook onze ouders voor wie het woon-zorgcentrum te duur is. En zelf zijn we helemaal niet zeker van onze toekomst! Vandaag hebben we werk, maar is dat morgen nog zo? Wat als we onze job verliezen? Weinig kans dat we na 50 weer werk vinden. En zelfs al kunnen we doorwerken tot aan de pensioenleeftijd, we weten allemaal dat de pensioenen in België tot de laagste van Europa behoren en spaargeld niks meer opbrengt. Vandaag hebben we misschien het geld van onze erfenis niet nodig (al geldt dat niet voor iedereen), we zullen het nodig hebben voor onze oude dag. Een bed en wat zorg kosten meer dan een gemiddeld pensioen!”

Symboolfunctie

“Net als het ritueel van de begrafenis, heeft ook de erfenis een belangrijke symbolische waarde voor de nabestaanden”, benadrukt Patrice Cuynet, professor klinische psychologie. “Het is een plechtig overgangsmoment dat niet beperkt blijft tot het materiële. Het is ook een bevestiging van je identiteit, van de band met je familie. Het bevestigt een soort contract over de generaties heen, dat oude waarden in zich draagt. Via de erfenissprong geven de grootouders hun kleinkinderen, naast het materiële, ook iets immaterieel. Ze zeggen: op die manier gaan jullie nog aan ons denken. Voor het kind – de ouder – dat overgeslagen wordt, kan deze symbolische boodschap hard aankomen. Want het krijgt niet enkel geen geld, het wordt ook uitgesloten van de overdracht van bepaalde waarden. Een erfenis is veel meer dan enkel geld!”

En dus besluiten we met de wijze woorden van de beroemde Schotse bacterioloog Ronald Ross: de armste man laat zijn kinderen soms de grootste erfenis na.

Partner Content