© G.F/ADAM

Tentoonstelling: Clubbing van 1960 tot nu

Nachtclubs zijn de voorbije decennia ware laboratoria gebleken voor nieuwe trends en maatschappelijke evoluties. Een expo in het ADAM Brussels Design Museum gunt ons een blik in enkele iconische nachtclubs van 1960 tot nu.

“We zijn onze zoektocht naar de club culture begonnen in de jaren 60. Nachtclubs bestaan al sinds de jaren ’20, maar vanaf 1960 breekt de jongerencultuur echt door en worden de discotheken uitgaansplekken waar mensen elkaar ontmoeten en waar architecten, designers en kunstenaars volop kunnen experimenteren,” zegt curator Jochen Eisenbrand.

Experimenteren

Onze tocht doorheen de club culture begint bij de nagebouwde ingang – een zwarte tunnel met rose neonlicht – van de Mach 2, een club in Firenze. In Italië was in de jaren ’60 het Radical design nogal in zwang. Een groep marxistische architecten wilde geen voorwerpen ontwerpen om te verkopen, maar stortte zich des te gretig op het ontwerp van discotheken. De Turijnse Piper en de Altro Mondo in Rome vallen op door hun flexibel en democratisch design die de discotheken openstelt voor verschillende evenementen. De Bamba Issa in badstad Forte dei Marmi veranderde zelfs elke zomer van thema en liet kunstenaars tentoonstellen en optreden.

Tentoonstelling: Clubbing van 1960 tot nu

Eenzelfde fenomeen doet zich voor in het New York van de jaren 1960: nachtclubs als de Electric circus experimenteren met videoprojecties om de bezoekers een heel eigen ervaring te geven. De muziek die toen gespeeld werd, was nog erg gevarieerd en gaat van rock over funk, soul, afro, latin en jazz. Vanaf de disco haar intrede doet in de jaren ’70 wordt dansmuziek een genre op zich. Dat kan je aan den lijve ervaren in de klank- en lichtinstallatie met muziekfragmenten uit vier verschillende decennia (pre-disco, disco, house en techno).

Gezien worden

In de jaren 1970 groeide de discotheek uit tot een instituut van het nachtleven. De wellicht beroemdste discotheek aller tijden, Studio 54, was een plek waar je naartoe ging om gezien te worden. Buitenwippers beslisten wie ‘hip’ genoeg was om erin te mogen. In andere clubs in New York ging het er experimenteler aan toe en organiseerden artiesten als Keith Haring tentoonstelling met collega-kunstenaars.

Tentoonstelling: Clubbing van 1960 tot nu

Op enkele uitzonderingen na, stond er voornamelijk disco op de playlists van de dj’s. Hoogtepunt van de discohype was de film Saturday Night Fever (1977). De expo plaatst een dansende John Travolta tegenover een nieuwsfragment waarin Amerikaanse rockradio-dj Steve Dahl een hoop discoplaten opblaast uit protest tegen het eenzijdige muziekaanbod in het nachtleven.

Nieuwe beats

Vanaf de jaren 1980 sluipen ook Belgische invloeden binnen in de clubwereld. Met de New Beat ontwikkelen Belgische dj’s de voorloper van de Europese techno. De Antwerpse Zes, waaronder Walter Van Beirendonck, hielden hun eerste modeshows in de Mirano in Brussel. Van Beirendonck vond ook duidelijk inspiratie en een afzetmarkt bij de New Beat Generation.

Tentoonstelling: Clubbing van 1960 tot nu

Ook het Berlijn van na de val van de muur was een bloeiende bodem voor nieuwe subculturen en discotheken. Clubs en technoparty’s veranderden in merken en werden vaste trekpleisters voor toeristen. Dj’s worden sterren en hebben een stevige fanbasis. In de 21ste eeuw krijgen bakstenen discotheken het steeds moeilijker door de stijgende vastgoedprijzen en het internet. Daardoor wordt er meer ingezet op dancefestivals en worden nieuwe clubconcepten ontwikkeld: mobiele klankinstallaties, varende pop-updiscotheken, co-workingruimtes die zich ’s nachts ontpoppen tot danstempels,... De club culture heeft duidelijk nog niets aan creativiteit ingeboet.

Night Fever. Designing Club Culture 1960-Today. Tot 5/5/2019 in ADAM Brussels Design Museum, Belgiëplein 1, 1020 Brussel (Heizel). Ma-zo, 10-18 uur. 10 euro. www.adamuseum.be

Partner Content