Naqsh e Jahan in Isfahan, het op een na grootste plein ter wereld. © JO FRANSEN

Van noord naar zuid door Iran

Sinds de economische sancties tegen Iran grotendeels werden opgeheven, herleeft het toerisme. Iran heeft dan ook alle troeven voor een bezoekersboom. Wij trokken van noord naar zuid.

“Natuurlijk gaat het beter met het toerisme”, grijnst de chauffeur tijdens de rit van de luchthaven naar het centrum van Teheran. “We ontvangen nu eens zo veel bezoekers als voor de opheffing van de sancties. Maar het blijft mager.” Toegegeven, wie familie en vrienden vertelt dat hij naar Iran gaat reizen, botst op wantrouwen en vooroordelen. “Naar Iran, is dat wel veilig?” Ook mijn partner was aanvankelijk terughoudend om naar Iran te reizen, waar alle vrouwen een hoofddoek moeten dragen. Maar de spontane en vriendelijke bevolking maakt veel goed. Herhaaldelijk heten wildvreemde voorbijgangers ons welkom in Iran, zomaar op straat of bij een bezoek aan één van de vele historische bezienswaardigheden, waar ze steevast een selfie met ons willen.

In een religieus land waar alles is opgedeeld naar geslacht, ziet mijn wederhelft op tegen een bezoek aan de spa van Sarein, een kuuroord in het Sabalan-gebergte, 600 km ten noorden van Teheran. De plek is erg populair bij Iraanse toeristen, maar andere Europeanen zien we hier niet. Schoorvoetend waagt ze zich in de vrouwenspa, uitgelaten komt ze een uur later weer buiten. Blond en blank als ze is, trok ze alle aandacht naar zich toe. Omringd door nieuwsgierige vrouwen van alle generaties, voelde ze zich echter meteen op haar gemak.

Witte reus van het hoogland

Salaban, de witte reus van het hoogland.
Salaban, de witte reus van het hoogland.© JO FRANSEN

Sabalan, hoger dan de Mont Blanc maar in Iran slechts de derde hoogste berg, domineert als een witte reus het hoogland rond Ardabil. De slapende vulkaan voedt de warmwaterbronnen op zijn flanken. Tijdens de zomer is het kratermeer op de top een doel voor trekkers en slome wandelaars die per jeep naar het base camp op 3.500 m rijden. Op een uur van Ardabil ploeteren we via haarspeldbochten door muren van sneeuw naar het pittoreske Neor-meer, spierwit en bevroren. De weg is net open, het panorama op 2.500 m betoverend. Rondom schitteren witte bergketens. En binnenkort is het hier nog mooier, beweert chauffeur en gids Ali. Als alle sneeuw gesmolten is, zet een bloemenpracht dit glooiende hoogland kortstondig in bloei. Geen wonder dat Zarathoestra, de stichter van het zoroastrisme en uitvinder van de eerste monotheïstische religie, inspiratie vond in dit gebergte.

Het hooggebergte is ontoegankelijk in de winter, maar bij Meshgin Shahr rijden we een pad op dat na een lange klim doodloopt in de sneeuw en logeren er in een stenen bungalow, gebouwd naar het model van een traditionele nomadentent. Tot de tijd van de sjah leefden hier nomaden in vilten tenten, rondtrekkend op het ritme van de seizoenen. Als de ondergaande zon Sabalan rozig kleurt, de haard geruststellend knettert en de wind rond de schoorsteen huilt, lijken we alleen op de wereld.

“Mobiel internet heeft ons wereldbeeld veranderd”, vertelt onze gastheer. “Vroeger waren er enkel de staatsmedia.” De meeste westerse sociale media zijn officieel verboden, maar iedereen gebruikt VPN, een app waarmee je anoniem kan surfen. Het is slechts één van de vele enigma’s in dit land. Net als het verbod op schotelantennes, dat een meerderheid van de bevolking aan zijn laars lapt. Perzen lijken haast even grote plantrekkers als wij Belgen.

Majestueus Teheran en Isfahan

De bazaar van Teheran.
De bazaar van Teheran.© JO FRANSEN

Stadslucht maakt vrij, ook in Iran. In kleine oases zijn vrouwen vroom en zwart gesluierd. Maar in Teheran en grotere steden lijkt dé trend om je hoofddoek zover mogelijk naar achteren te dragen. Ik probeer me voor te stellen hoe het er vroeger aan toe ging in de beslotenheid van het koninklijke Golestan-complex, een van de oudste gebouwen van Teheran en Unesco Werelderfgoed. Dit complex van paleizen en tuinen – het voormalige verblijf van de sjah van Perzië, waar de beroemde Pauwentroon bewaard wordt – is sinds de val van de sjah in 1979 een museum en dé bezienswaardigheid in de hoofdstad.

De Lotfollah moskee in Isfahan.
De Lotfollah moskee in Isfahan.© JO FRANSEN

Zowat 340 km ten zuiden van Teheran ligt Isfahan, de voormalige hoofdstad die onder sjah Abbas de Grote in de 17de eeuw tot grote bloei kwam. Islamitische kunst mag dan aniconisch zijn (geen afbeeldingen van mensen of dieren), de muurschilderingen van Chehel Sotoun, het Paleis van de Veertig Zuilen, tonen hoe liederlijk het leven onder sjah Abbas was.

Uit die hoogdagen dateert ook het centrale Naqsh e Jahan, het op één na grootste plein ter wereld en zeker één van de mooiste. Rondom liggen de symmetrische galerijen van de bazaar, met een majestueus monument in elke windrichting. Vanaf het royale dakterras van het Ali Qapu-paleis, versierd met delicate arabesken, muur- en plafondschilderingen, geniet je van hetzelfde panorama als destijds de sjah. Nog steeds domineren de glimmende uivormige koepels en minaretten in delicate tinten turkoois. Rondom ligt de bazaar, een labyrint waar traditionele koperslagers en zilversmeden zich laten inspireren door de elegante versieringen van de eeuwenoude moskeeën.

Op de andere oever, in de christelijke Armeense wijk Jolfa mag je de muurschilderingen van de Vank-kathedraal niet missen. Maar vooral ’s avonds komt deze buurt tot leven, in de traditionele of hippe restaurants waar je om half elf nog kan tafelen. De trendy boetieks blijven open tot een stuk in de nacht. Ver na middernacht kuieren koppeltjes op Nasqh e Jahan of langs de betoverende rivier. Neen, het is niet moeilijk om verliefd te worden in Isfahan.

Shiraz, stad van literatuur, wijn en bloemen.
Shiraz, stad van literatuur, wijn en bloemen.© JO FRANSEN

Op het klassieke circuit van Teheran via Isfahan naar Shiraz liggen talloze oasesteden te wachten tot toeristen ze herontdekken. Zoals Kashan, met één van de mooiste oude badhuizen, historische huizen en schitterende paleizen. In het hinterland wachten gigantische ondergrondse steden, eindeloze zoutvlaktes en raadselachtige zoroastrische vuurtempels. Of Yazd, een van de heetste plekken van Iran, vermaard voor zijn vele windtorens die als airco avant la lettre een bries door de huizen jagen.

Hoe efficiënt dit aloude systeem is, ondervinden we in Anar Guesthouse in de kleine oase Aqda, ten noorden van Yazd. Twee energieke jongelui verbouwden er een ruïne tot een fijn boetiekhotel, met als blikvanger de brede windtoren die de binnenplaats verkoelt. Tijdens de hitte van de middag is het heerlijk verkoelen op de zitkussens onder die trekkende schoorsteen. Als de avond valt, verhuizen we naar één van de vele dakterrassen die nu snel afkoelen. Met de lichtjes aan lijkt deze plek zo weggerukt uit Duizend-en-een nacht. Als eerste Europese gasten (de plek is pas enkele dagen open) hebben we het paradijsje voor onszelf. We blijven drie nachten, hoewel Aqda in de meeste reisgidsen zelfs geen vermelding waard is.

Anar Guesthouse in de Aqda oase.
Anar Guesthouse in de Aqda oase.© JO FRANSEN

Overdag verkennen we Meybod, met het oudste modderkasteel van het land, een gerestaureerde karavanserai en een enorme ijskelder, waar inventieve woestijnbewoners eeuwen geleden al het jaar rond winterijs wisten te bewaren. De laatste avond verbroederen we met lokale toeristen uit Isfahan, sippen thee en eten zoetigheid, vertellen verhalen en luisteren naar Perzische poezië. En na middernacht springen we met die wildvreemde verse vrienden in de laadbak van een pick-uptruck en rijden we handen klappend en zingend de woestijn in, op zoek naar de sterrenhemel.

Partner Content